In 2007 zijn we voor het eerst naar Costa Rica geweest en het land heeft heel veel indruk op ons gemaakt. Allereerst de prachtige natuur, we hebben er zoveel mooie dieren en regenwouden gezien. Maar ook de manier van reizen, op de bonnefooi met een huurauto, en de lieve mensen die we hebben ontmoet, vooral de Nederlandse eigenaren van enkele hotels. Als we na onze reis in april 2008 nadenken over een volgende verre vakantie, dan zijn we het er al snel over eens: we gaan terug! We kiezen voor februari omdat het dan nog het droge seizoen is, eerder in het jaar gaat helaas niet lukken. We kiezen nu wel voor een ander deel van het land, we hebben nog zoveel niet gezien!
De voorbereiding
Sinds de vorige reis ben ik actief het Costa Rica prikbord forum blijven volgen. Zo heb ik in verschillende reisverslagen en in antwoorden op vragen van anderen gelezen over een aantal nationale parken die ik graag wil bezoeken: Rincon de la Vieja, Volcan Tenorio en Corcovado. Alledrie aan de Pacifische kust en in één reis goed met elkaar te combineren. We beginnen en eindigen bij Dos Palmas, het hotel van Peter en Flor. Dit is vorige keer prima bevallen en we willen ook de auto via hen huren. Dit regelen we als eerste en verder maak ik een globaal schema van hotels die we willen bezoeken. We boeken niets, er is altijd wel ergens een bedje voor ons vrij. KLM vliegt sinds kort op Panama-City vanuit Amsterdam en dit lijkt de ideale vlucht voor ons te zijn. Dag 1. De heenreis
Op dinsdag is het zover, we kunnen met de KLM mee naar Panama. De lijndienst bestaat nog niet zo lang en de vlucht is ook lang niet vol. In Panama-City moeten we eerst door de douane. Er staat een gigantische rij en het duurt bijna een uur voordat we aan de beurt zijn. We hebben geen adres in Panama-City opgegeven op het visa document, we reizen direct door naar Costa Rica. Maar daar snappen ze niets van bij de douane, want dan zouden we niet via de douane hoeven maar een transfer ticket hebben. Echter, wij vliegen met standby-tickets en dan moet je ter plekke inchecken. En om bij die incheckbalie te komen, moet je door de douane. Uiteindelijk krijgen we toch de benodigde stempels en dan staan we snel bij een balie van Copa Airlines, een partner van KLM. We kunnen mee met de eerstvolgende vlucht, precies volgens plan. We eten wat en dan gaan we weer door de douane richting de gate. Het vliegtuig vertrekt netjes op tijd en een uurtje later landen we in San José. We zijn er weer!
Het is gek om weer in Costa Rica te zijn. Vorige keer was natuurlijk alles nieuw, nu lijkt het heel normaal dat Peter ons komt ophalen en dat we een voor ons bekende weg op rijden. Vorige keer verbleven we bij Dos Palmas Alajuela, nu gaan we naar Dos Palmas Country Inn in La Garita, het nieuwe hotel van Peter en Flor. Dit ligt iets verder van de luchthaven, voor ons helemaal prima! Het is hier heerlijk rustig, we hebben een fijne kamer en drinken nog even een drankje voor we ons bed op zoeken.
Dag 2. Met de Jeep op pad
We zijn vroeg wakker, wat logisch is met het tijdsverschil. We kijken wat rond bij het hotel, dat er erg verzorgd uitziet. Na het ontbijt komt er al snel iemand van Thrifty met de door ons gehuurde auto. We hebben een RAV4 besteld, een iets luxer model dan tijdens onze vorige reis. We verwachten aardig wat off road te gaan rijden en dan is een krachtigere auto met iets meer vering dan een Daihatsu Terios (soort verhoogde Suzuki Alto) wel prettig. De auto die voor ons klaar staat is een legergroene Jeep Compass en die ziet er ontzettend stoer uit. Na nog een bakje koffie met Peter te hebben gedronken, rijden we richting de Panamerican highway. Die volgen we tot Liberia, de toegangsstad voor nationaal park Rincon de la Vieja. De weg is prachtig, vrij bochtig en de snelheid ligt laag, maar al snel zien we prachtige uitzichten.
De auto is dan wel ontzettend stoer, hij is niet vooruit te branden. Het vermogen valt tegen, maar nog vervelender is de warmte doordat de airco niet goed werkt. Ik kijk in de papieren van Thrifty en daarin vinden we een adres in Liberia, hier gaan we naar toe. Gelukkig doen ze niet heel moeilijk bij Thrifty en we krijgen een nieuwe auto mee. Weer een Jeep Compass, maar van deze lijkt de airco het in ieder geval wel te doen. Met de nieuwe Jeep rijden we door naar Curubandé, het laatste dorpje voor NP Rincon de la Vieja. Hier gaan we naar de El Sol Verde lodge, een klein hotel van de Nederlandse Gerard en Ingrid.
De lodge is leuk aangelegd en vanuit de tuin is er een mooi uitzicht. Naast een hotelgebouwtje met 3 kamers is er ook een kampeerplaats. Hier hangen een paar hangmatten van kampeerders, bijzonder in deze hitte! Het valt ons op dat het hier ontzettend droog is. Gerard vertelt dat het ook wel tijd is voor wat regen, maar dat het altijd zo is aan het einde van het droge seizoen. In Curubandé is niet veel te beleven, het is er vooral erg stoffig. Het is mogelijk om bij de lodge te dineren, maar dat moet wel van te voren worden gereserveerd. Omdat wij pas laat in de middag aankomen, zullen we op zoek moeten naar een restaurantje.
We krijgen een kaartje mee waar drie restaurantjes op zijn getekend, maar helaas zijn er twee gesloten. Het enige restaurant dat open is lijkt niet echt een restaurant. Het is meer een open raam in een keuken van een dorpsbewoner met in de tuin een paar plastic stoelen onder een parasol. Om de tuin staan metalen hekken, wat het geheel niet echt gastvrij maakt. Bij gebrek aan beter gaan we hier wat eten. We bestellen door het open raam een portie kip met friet, er wordt alleen Spaans gesproken en dat is voor ons lastig. Terwijl wij op ons eten wachten, verzamelt een grote groep honden zich om het hek. Slechts één hondje is zo klein dat hij onder het hek door kan en bij ons onder tafel kan komen liggen. Als de kokkin even later het eten komt brengen geeft ze de hond een schop en wenst ons smakelijk eten. Bij het aanzicht van de kip is bij mij alle trek verdwenen. Het lijkt wel of er een kippenpoot inclusief veren is gefrituurd. Als ik het vlees doorsnij om toch iets te gaan eten, blijkt de kip van binnen nog volledig rauw te zijn. Bah! De frietjes zijn gelukkig wel goed gebakken en die eten we dus maar op. De honden stonden hier dus niet voor niets... ze hebben een lekker maaltje gekregen door het hek heen. We wandelen weer terug naar de lodge en daar drinken we nog wat voor onze kamer. Het is nog steeds warm en dat blijft het ook de hele nacht.
Dag 3. Stinkende modderpoelen
Tijdens het ontbijt krijgen we van Gerard en Ingrid informatie over het nationale park Rincon de la Vieja. We krijgen het advies om de wandelroute vanaf de ingang van het park te lopen, tegen de route in. Hierdoor hebben we geen last van andere toeristen en lopen we de steile stukken van de wandeling bergaf. Het park is nog geen half uur rijden van de lodge en we zijn dus lekker op tijd. Toch staan er al een stuk of 20 auto's op de parkeerplaats, dit is een veel bezocht park. Dan zal het ook vast heel mooi zijn!
De wandeling start met een hangbrug over een rivier, gevolgd door een hangboom over een rivier. We wandelen eerst door een bos en dan over een open vlakte. Al snel ruiken we de vulkanische activiteit. Er staat een harde wind die de zwavelluchten meebrengt, maar we hoeven ook niet ver te lopen om de eerste pruttelende poeltjes te zien. We hebben eerder vulkanische activiteit gezien op het vulkanische eilandje Nisyros (bij Kos, Griekenland), maar lang niet zo groot en veel als hier. Door de werking van de zwavel zijn er allerlei kleuren ontstaan bij het pruttelende water. De kleuren winnen het van de geuren en we blijven lang rondkijken en foto's maken.
Een stuk verder in de wandeling komt de hitte van de vulkaan door een pruttelende modderpoel en nog verder weer uit een soort klein meertje. De verscheidenheid is groot en dit maakt de wandeling erg leuk en interessant. We pauzeren even bij een prachtige waterval. Uiteindelijk komen we weer uit bij een stuk droog bos. Het is hier drukker en als we een grote groep mensen zien staan, weten we dat er iets bijzonders is te zien. Er ligt een flinke slang in een struik, op een meter of 10 afstand van het wandelpad. De slang is zwart met geel en wij denken dat de slang giftig is, dus we houden flink afstand. We maken wat foto's en hopen dat de slang nog gaat bewegen. Natuurlijk gebeurt dit direct als we de camera's hebben opgeborgen, maar we hebben genoeg mooie plaatjes van het bijzondere dier.
Nu lopen we in de drukte direct door naar de parkeerplaats, waar inmiddels wel 50 auto's staan. We zijn blij dat we nog redelijk op tijd zijn gaan lopen. Er is bij het nationale park verder helemaal niets, geen bezoekerscentrum of restaurant. We gaan op pad en volgen de eerste bordjes die naar een restaurant wijzen. Dit ligt bij een grote luxe lodge, waar een prima restaurant is. Voor de lunch is dit nog goed betaalbaar en we genieten dan ook van een overheerlijke club sandwich. Naast het restaurant is een schilder in de volle zon bezig met het verven van een schuurtje. We verklaren hem voor gek, de verf is waarschijnlijk al droog voordat het van zijn roller het hout heeft bereikt.
Na de lunch rijden we een rondje door de omgeving. We zien veel droogte en daardoor weinig begroeiing. Eigenlijk trekt deze omgeving ons niet zo aan en we besluiten de volgende dag dan ook verder te trekken naar een groener gebied. 's Middags relaxen we nog een tijdje bij het hotel, waar nog een paar Franse gasten zijn gearriveerd. Er zijn veel mooie vogels te zien rondom het hotel, waarvan de motmot bij ons favoriet is. We hebben nu wel eten gereserveerd en de spaghetti van Ingrid smaakt fantastisch. Het is gezellig aan tafel en vooral Gerard weet ontzettend veel te vertellen over de verschillende gebieden in Costa Rica. Hij raadt ons aan om NP Palo Verde of NP Carara te bezoeken om vogels te spotten en geeft ons nog meer tips voor de rest van de vakantie. Na het eten, een kop koffie en een borrel is het voor ons tijd om naar de kamer te gaan. Weer is het erg warm, maar we slapen er niet minder goed door.
's Morgens is Christiaan eerder wakker dan ik en hij gaat alvast naar buiten. Terwijl ik rustig wakker wordt hoor ik de stemmen van Christiaan, Gerard en de Franse gasten. Ik ga toch maar even kijken en sta direct voor een flinke vogelspin die zich zit op te warmen op de muur van de hotelkamers. Ik heb het niet zo op spinnen en blijf dan ook op een afstandje, maar als ik toch wat dichterbij kom moet ik toegeven dat de spin wel heel mooi is. Wat een bijzonder begin van de dag! We douchen en ontbijten en dan gaan we weer verder. In Liberia willen we geld pinnen en dan blijkt te kloppen wat we al op internet hadden gelezen: het is niet meer zo makkelijk om met een ING bankpas geld uit de muur te halen. Uiteindelijk vinden we wel een automaat die onze passen accepteert, maar hiermee kunnen we alleen een beperkte hoeveelheid colonnes pinnen en geen dollars. We zullen dus over een paar dagen weer geld moeten halen en besluiten zoveel mogelijk met de creditcard te gaan betalen.
We gaan op weg naar NP Volcan Tenorio. Dit park is veel minder toeristisch dan Rincon de la Vieja, er zijn dan ook minder hotels in de buurt van het park te vinden. Na het lezen van een paar reisverslagen op internet gaat mijn voorkeur uit naar Heliconias Lodge bij Bijagua de Upala. Na het dorp moeten we rechtsaf de berg op. Op de site van het hotel stond niet dat dit een erg steile weg is, flink uitgesleten door regen en vol met grote keien. Wat een weg... we hobbelen erg langzaam omhoog en de Jeep heeft het er zwaar mee. Maar als we dan boven aankomen bij de lodge is het uitzicht ook echt fantastisch!
De lodge wordt op dit moment gerenoveerd en daarom zijn er geen cabinas beschikbaar. We krijgen een kamer te zien in het hotel dat met hardboard wordt gescheiden van de kamer ernaast. Het interieur is al heel lang over datum, maar we zien het ook niet zitten om weer door te rijden op zoek naar een ander hotel. De tuin van de lodge is wel fantastisch! Het lijkt niet druk te zijn in het hotel en nadat we een heerlijke salade hebben gegeten als lunch gaan we een wandeling maken. Er zijn twee wandelingen, een korte langs een orchideeenkwekerij en door een stukje regenwoud en een langere wandeling door een regenwoud met hangbruggen. We lopen eerst de korte en dan ook de lange route en zijn zo de hele middag lekker actief bezig. Vooral de groep brulapen die we tegenkomen bij een hangbrug vinden we erg bijzonder. Helaas komt er net als we de apen gespot hebben een groep kinderen langsrennen en schreeuwen, de apen zijn dan snel vertrokken. Verder zien we weinig dieren in het dichte regenwoud.
Als we terugkomen bij de lodge wenkt de tuinman ons. Hij laat ons een eyelash viper zien die hij bij de lodge is tegengekomen. De slang is zeer giftig, zeker als het een jong dier is zoals dit exemplaar. De slang wordt dan ook buiten de lodge in het bos geplaatst, maar de tuinman wil ons wel de kans geven om de slang te fotograferen. De naam van de slang is logisch, het lijkt net of de slang mooie lange wimpers heeft. Bij de lodge vinden we verder een lang lint bladsnijdermieren en prachtige hagedissen met blauwe staarten. Als het schemerig wordt gaan we voor het restaurant zitten, genieten van het prachtige uitzicht. Gelukkig is het eten bij de lodge goed bevallen en hoeven we nu niet helemaal naar het dorp te hobbelen om een restaurant te zoeken. We eten heerlijk en gaan dan op tijd naar bed.
Dag 5. Wandelen door een tropisch aquarium
Helaas regent het als we wakker worden, er is geen uitzicht te zien door de wolken. Toch vertrekken we na het ontbijt naar Nationaal Park Volcan Tenorio. Dit is een minder toeristisch park dan bijvoorbeeld Rincon de la Vieja, het is ook moeilijker bereikbaar. Vanaf het hotel is het nog zo'n 15 kilometer naar het rangerstation van het park, maar we doen er ruim een uur over om dit te bereiken. Eerst hobbelen we de berg weer af vanaf het hotel, dan rijden we een klein stukje over de doorgaande weg en slaan rechtsaf naar de vulkaan. Hier is de weg erg slecht met grote kuilen.
Bij het rangerstation is er niemand die Engels spreekt, dat is even lastig. Er is een wandeling maar daarvan is een deel onder water gelopen. We begrijpen dat we gewoon door kunnen lopen tot we niet verder willen en dan dezelfde weg terug moeten. Ons doel is een waterval in de Rio Celeste. De Rio Celeste staat bekend om de knalblauwe kleur, dit is echter niet zichtbaar als het zo regent als op het moment dat wij er waren. Als we ons klaar maken voor de wandeling wordt het droog, we gaan op pad!
Al na een paar meter hebben we door dat het niet uitmaakt dat het gestopt is met regenen, het is zo nat in het bos dat we toch wel natgerend worden. Er staan diepe plassen in het wandelpad, waar we eerst nog enthousiast overheen en omheen springen. Later baggeren we er gewoon doorheen, er is geen ontkomen aan dat we nat worden. Het begint ook weer te regenen, maar dat maakt ons niet meer uit. We hebben nog nooit zo'n mooi regenwoud gezien als hier, de regen past dan ook wel in het plaatje. We zien geen dieren, alleen maar heel veel groen. Het is alsof we door een aquarium lopen.
We komen aan bij een uitzichtpunt vanwaar de waterval net niet te zien is, hier begint een trap naar de voet van de waterval. Het is een pittige afdeling over stenen die erg glad zijn door de algen en nattigheid. Het uitzicht op de waterval wordt steeds mooier en ondanks dat de blauwe kleur helemaal niet te zien is, heeft de plek iets magisch. We staan helemaal alleen onder bij het meertje waar de grote en enkele kleine watervalletjes in uitmonden. Prachtig!
De klim naar boven is natuurlijk nog zwaarder en ik moet dan ook even bijkomen als we weer op het uitzichtpunt zijn. Even zitten is er niet bij, alles is vies en nat. We besluiten nog een stuk verder te lopen. We komen bij een oversteek van de rivier waar we over een paar omgevallen bomen moeten klauteren, dit is het begin van het overstroomde gedeelte. Christiaan wil nog wel een stukje verder kijken, misschien dat we daar nog iets van het blauwe water kunnen vinden. Maar als ik van de boom afglijd en met beide benen tot aan m'n knieën in het water sta, ben ik er helemaal klaar mee. We gaan weer terug naar de ingang van het park. Het begint steeds harder te regenen en tegen de tijd dat we weer terug zijn bij de auto zijn we tot op ons ondergoed helemaal doorweekt. Maar we hebben wel een prachtige wandeling gemaakt! Het is gelukkig niet koud buiten, anders hadden we het vast niet zo lang volgehouden.
Bij het rangerstation kunnen we ons afdrogen en omkleden, de natte kleding en schoenen spoelen we af. We eten wat chips dat we nog hebben, helaas is er geen restaurantje of winkeltje in de buurt. Als we weer zijn bijgekomen rijden we weer terug naar de doorgaande weg, we willen ergens naar toe waar het niet regent. Christiaan heeft wat problemen met de auto, de versnellingsbak lijkt niet goed te werken. Als we bijna bij de doorgaande weg zijn, stopt de versnellingsbak er helemaal mee. Alleen de vijfde versnelling doet het nog en dit is natuurlijk kansloos op een bergweg. We zetten de auto stil aan de kant, maar de weg is zo smal dat een tegemoetkomende vrachtwagen met bananen er nauwelijks langs kan. Ons eerste idee is om Thrifty te bellen, maar we hebben hier geen mobiel bereik. We zullen dus zelf het probleem op moeten lossen.
Ik vraag de mannen in de bananenwagen in m'n beste Spaans of ze een telefoon bij zich hebben, maar ze verstaan me niet of hebben geen telefoon. Uiteindelijk begrijp ik dat we een kilometer naar de weg moeten lopen om weer bereik te hebben. Maar de mannen wijzen één man aan die wel kan helpen met de auto. Hij komt bij de auto kijken en vraagt wat dingen in het Spaans. Maar wij snappen hem totaal niet. Christiaan wijst naar de versnellingpook en hij snapt ons gelukkig wel. Hij doet de motorkap open en kijkt erin alsof hij vaker een auto heeft gerepareerd. Hij weet ons wel duidelijk te maken dat hij nog nooit een Jeep heeft gemaakt, maar gaat vervolgens wel onder de auto liggen. Met handen en voeten geeft hij aan wat we moeten doen en jawel hoor, binnen 5 minuten is het probleem verholpen. De auto laat zich weer in alle versnellingen zetten en we kunnen weer verder. Erg dankbaar geven we de man een stapeltje colonnes, waar hij op zijn beurt heel blij op reageert. Echt vertrouwen doen we de auto niet, maar we hopen er het beste van.
Als we weer op de doorgaande weg zijn, stoppen we bij een bakkertje. We eten de broodjes langs de kant van de weg op en kijken dan eens rustig waar we nu naar toe willen. We besluiten het advies van Gerard op te volgen en in de buurt van Nationaal Park Carara te overnachten in plaats van alleen de brug over de Rio Tarcoles te bekijken. We rijden in één keer naar het dorpje Tarcoles, waar we een hotelletje aan het strand vinden. We krijgen een kamer met uitzicht op zee, met balkon en ventilator. Het eerste wat we doen is alle natte kleding over het balkon verspreiden, zodat dit nog wat kan drogen in de zon. Daarna lopen we wat rond in de tuin en over het strand van het hotel. Er vliegen heel veel pelikanen over het water die hun duikkunsten laten zien. 's Avonds eten we in het restaurant van het hotel en genieten op het balkon van de zonsondergang, heerlijk zo'n avondje!
Dag 6. Krokodillen en watervogels
Het gebied in en rondom NP Carara staat bekend om de rode ara's (scarlet macaws) die er te zien zijn. De vogels wonen in het regenwoud in het nationale park en foerageren in het mangrovegebied. Ik sta vroeg op in de hoop de ara's naar hun ontbijtplek te zien vliegen. Waarschijnlijk ben ik al te laat, het is al licht als we over de weg naar het dorpje lopen. We pakken de auto om bij de rivier te kijken, maar hier is ook niets te zien. Op de terugweg zie ik een paar watervogels in een mooi spiegelend meertje lopen, daar stoppen we even voor. Als ik wat foto's maak, horen we een schel schreeuwend geluid, toch een ara! Het gaat te snel om een foto te kunnen maken, maar we hebben er in een flits één gezien!
Na een perfect ontbijtje gaan we naar het rangerstation van NP Carara om te informeren wat we hier kunnen doen. Onze wandelschoenen zijn nog lang niet droog, dus we zoeken naar een niet te moeilijke wandeling. Dit blijkt geen probleem te zijn want de mooiste wandeling is vlak en volgt de Rio Tarcoles. We parkeren vlakbij de brug en wandelen het bos in. Na een kilometer komt het pad uit bij de rivier en hier zijn verschillende uitzichtpunten gemaakt. Vanaf het wandelpad is de rivier nauwelijks te zien, maar vanaf de uitzichtpunten, meestal een soort steigers aan de waterkant, is het uitzicht over de rivier erg mooi. We zien bij elk punt wel iets moois, van krokodillen en leguanen tot watervogels. Helaas moeten we dezelfde weg weer teruglopen, wat zonder het bekijken van de uitzichtpunten natuurlijk redelijk snel gaat.
Bij de auto teruggekomen rijden we naar het dorpje, hier halen we wat te eten en dat nemen we mee naar het balkon. Vanaf ons balkon hebben we uitzicht op een dorpsfeest dat op het strand wordt gehouden. Het is zondag en veel lokale families hebben eten en drinken meegenomen en relaxen op het plein bij het strand. Het is leuk om naar te kijken, maar na een half uurtje vinden we het toch wel erg warm worden op ons balkon. We lopen net allebei naar binnen om even af te koelen, als we het schelle geschreeuw weer horen. Er zitten twee ara's in een boom recht voor ons balkon. Als wij het balkon oplopen vliegen ze weg, helaas weer te snel voor ons. Maar nu we ze gezien hebben, kunnen we ze volgen. De groep ara's wordt steeds groter en ze vliegen van boom naar boom in de tuin van het hotel. We zitten helemaal prima op ons balkon, al is de afstand net iets te groot om mooie foto's te maken.
Als de ara's weggaan is het voor ons tijd om de spullen te pakken voor een boottocht over de Rio Tarcoles. We hebben bij het rangerstation en het hotel geinformeerd en de enige boottochten die worden aangeboden zijn in combinatie met een krokodillen bezoek. We hebben gereserveerd bij 'The Crocodile Man', in de hoop dat er niet teveel tijd wordt besteed aan het pesten van krokodillen. Wij komen voor de watervogels! De boot is groter dan we hadden verwacht, maar het is eigenlijk wel makkelijk dat we in de boot heen en weer kunnen lopen. De gids is een biologe die veel weet over de vogels en over het gebied. We zien onder andere verschillende roofvogels, ijsvogels en reiger-achtigen.
De boottocht voert eerst een stuk over de Rio Tarcoles, waar ons vooral het afval op de oevers opvalt. Er liggen grote stukken plastic, oude autobanden en andere troep. De gids vertelt dat dit in San José in de rivier wordt gegooid en met het water meestroomt naar het natuurgebied. Het schoonmaken is onbegonnen werk, er is simpelweg teveel aanvoer. Het afval is gevaarlijk voor de dieren, vogels eten plastic en krokodillen zwemmen zich vast in autobanden.
Er zijn twee showtjes, bij de eerste gooit de schipper een paar stukken vis op de oever waar een crested caracara rondvliegt, een prachtige roofvogel die wij visarend noemen. Wat verder in de rivier ligt een strandje, waar de schipper de boot aan de kant legt. Hij springt zelf van boord met een dode kip in een zak. Op z'n blote voeten loopt de schipper naar de oever, waar hij met de kip op het water slaat tot er een krokodil aan komt zwemmen. Het is een zeer oude krokodil, die het trucje van de schipper kent en rustig het strand op loopt om de kip te komen eten.
Als het begint te schemeren varen we het mangrovegebied in, waar we zien hoe grote groepen watervogels hun slaapplaats zoeken in bomen langs de rivieroever. Krokodillen verzamelen zich onder deze bomen in de hoop dat er een vogel in het water valt. We zien de zonsondergang vanaf de boot die in de riviermonding in de Pacifische Oceaan ronddobbert, het is een prachtig gezicht. Daarna vaart de boot in hoog tempo terug naar de aanlegsteiger in Tarcoles. Wij rijden terug naar het hotel en zoeken een restaurantje in de buurt uit. Hier komen we de biologe weer tegen, zij is de serveerster in het restaurant. Het eten smaakt prima en met een voldaan gevoel gaan we naar ons hotel terug om te slapen.
Dag 7. Verdwaald in de jungle
We vertrekken vandaag zuidwaarts. Het uiteindelijke doel is Bahia Drake op het Osa-schiereiland, maar dit zullen we vandaag niet bereiken. We zien wel hoe ver we komen. We rijden rustig over de doorgaande weg richting Quepos, het dorpje bij Nationaal Park Manuel Antonio. Het park is vandaag niet geopend, maar we willen wel gaan lunchen met zicht op de oceaan. De afgelopen dagen ben ik nogal veel gestoken door muggen, mijn benen zien er niet uit met alle rode vlekken van de prikken. In Quepos bezoeken we een pharmacia, waar gelukkig perfect Engels wordt gesproken. Met antihistamine in zalf- en pilvorm verlaten we de apotheek.
Een restaurantje met zee-zicht is helaas niet te vinden en uiteindelijk eten we een sandwich in een simpel tentje langs de weg. Het smaakt prima en daarna vervolgen we onze weg. Ik heb wat gelezen over een waterval in de bergen tussen Dominical en Uvita. Als we hier borden van denken te zien, slaan we rechtsaf de bergen in. De weg stijgt direct snel en de auto heeft het er best moeilijk mee. Bordjes zijn er niet echt en de routebeschrijving die ik heb is nogal onduidelijk. Toch rijden we door, we zien wel of we de waterval kunnen vinden. De weg wordt steeds steiler en we stoppen een aantal keer bij een uitzicht punt. Er is hier veel grond te koop en we kijken wat rond op een aantal stukken grond die al zijn klaar gemaakt om te worden voorzien van een huis. Als we teruglopen naar de auto merk ik pas goed hoe steil het hier is, ik kom zelf bijna niet de berg op.
Inmiddels weten we niet zo goed meer waar we zijn, maar alle wegen op de kaart leiden weer terug naar de hoofdweg en we gaan dus maar rechtdoor. De auto begint te stinken, maar er branden geen lichtjes en we komen nog steeds vooruit. Als we weer stilstaan op een prachtig uitzichtpunt doet Christiaan de motorkap open. Dan blijkt dat ons gevoel beter klopt dan de lampjes van de Jeep: de motor kookt over, er zit nauwelijks nog koelvloeistof in. Er komt ontzettend veel stank van de motor en we laten deze maar even afkoelen. Als we de auto weer starten beginnen er allerlei lampjes te knipperen, de Jeep heeft nu zelf ook door dat het niet helemaal goed gaat. Weer hebben we helemaal geen bereik en kunnen we het probleem alleen zelf oplossen.
We doen het water uit de koelbox in de auto en rijden weer verder. Al snel beginnen de lampjes weer te knipperen en we stoppen ergens midden op het pad. We overwegen om toch maar terug te rijden, hopen dat we de weg terug kunnen vinden. Net als ik het niet meer leuk vind, horen we het geluid van motoren. Even later komen er 3 quads de hoek om en zij stoppen voor onze auto. "You are adventurous guys", is het eerste wat de Australisch klinkende bestuurder zegt. Gelukkig spreekt hij Engels! Hij vertelt dat we op een off road weg zitten die door quad verhuurders wordt gebruikt en dat de weg alleen maar slechter wordt als we doorrijden. Hij adviseert ons om om te keren en zo de weg terug te rijden, hij kan ons gelukkig ook uitleggen wat de snelste route naar de doorgaande weg is. En hij stelt ons gerust: over twee uur keert hij terug en als wij hier dan nog ergens staan, kunnen we een lift krijgen.
We laten de auto nog even afkoelen, gooien dan het restant water en ijs uit de koelbox in de motor en rijden een stuk achteruit om te keren. Gelukkig gaat het goed met de auto en we weten toch nog snel de weg naar de doorgaande route te bereiken. Bij een tankstation stoppen we om de koelvloeistof weer aan te vullen. Een waterval hebben we helaas niet gezien, wel prachtige uitzichten. Maar dit was wel een waarschuwing, we moeten niet verder op zoek gaan naar de grenzen van onze auto.
Inmiddels is het al later in de middag en we besluiten naar Ojochal te rijden. Ik weet dat hier een hotel van de Holland Hotels Costa Rica zit en heb positieve verhalen gelezen over El Mono Feliz. Het hotel is makkelijk te vinden en gelukkig is er nog een kamer vrij. We horen vrijwel direct als we de auto uitstappen dat er andere Nederlanders zijn. Sterker nog, het klinkt wel erg Noord-Hollands. Er blijkt een groep mensen te zijn voor een bruiloft, twee mensen uit de buurt van onze woonplaats gaan morgen trouwen. Anja en Otto, de eigenaren van El Mono Feliz, hebben alles georganiseerd en de groep van ca. 15 mensen overnacht hier ook. Wij kunnen even ons verhaal kwijt van de auto en lopen daarna wat rond in de tuin van de lodge. Het is hier prachtig en we zien veel verschillende vogeltjes en prachtige bloemen.
Ojochal staat bekend om de goede restaurants in het dorp. Van Otto krijgen we een kaartje met de verschillende restaurants en deze avond kiezen we voor de buurman, een Italiaan. Het restaurant is een soort veranda met pizza oven en we zitten heel gezellig. Een kaart is er niet, je kunt kiezen tussen pizza en pasta. Allebei de gerechten zijn heerlijk en ook de tiramisu als dessert smaakt fantastisch. Wij klagen niet over het eten in de restaurants in Costa Rica, maar in vergelijking met het eten hier is de rest maar matig... We drinken nog een lekker Italiaans likeurtje en wandelen dan terug naar onze hotelkamer. Gelukkig met airco, het is nog erg warm zo laat op de avond.
Dag 8. Op zoek naar echte indianen
We zijn weer lekker vroeg wakker en krijgen een prima ontbijt. We willen in Costa Rica ook wel wat van de originele cultuur beleven en op advies van Otto hebben we voor vandaag een bezoek aan de Boruca indianen gepland. Terwijl Anja en Otto nog druk bezig zijn met de voorbereidingen en het ontbijt van de bruiloftsgasten, maak ik wat foto's van het bruidspaar en de gasten. Hoe gaaf is het om in zo'n tropische tuin je bruidsrapportage te maken? Het is vandaag prachtig weer, ook wel fijn voor het bruidspaar!
Na het maken van de foto's gaan wij op pad. We moeten een flink stuk rijden, eerst langs de kust en dan de bergen in. De route is prachtig! Het gebied is wel droog, maar we hebben prachtige uitzichtpunten en als we langs een rivier rijden is alles toch weer groen. Na ongeveer een uur wordt de weg wat slechter en pakken we de routebeschrijving erbij. Die is niet heel erg duidelijk en na een paar kruispunten heb ik het gevoel dat we fout zitten. Christiaan stapt uit bij een soort buurtwinkeltje om te vragen of we wel goed gaan. Daar staat een tico te paard, hij biedt aan om voor ons uit te rijden tot de volgende kruising. Hij brengt ons weer op de juiste route en al snel rijden we de vallei in waar Boruca, het indianendorpje ligt. In Zuid-West Amerika hebben we niet zo'n leuk contact gehad met Indianen, we hopen dat de mensen hier vriendelijker zijn.
Het dorpje is uitgestorven, alleen bij de school zien we mensen. Vreemd, want het is een toeristische trekpleister en dan verwacht je toch mensen op straat. Het is wel ontzettend warm en wij zoeken al snel verkoeling in een soort museumpje. Dit stelt echter nauwelijks iets voor en we pakken de omschrijving erbij van Otto, waarop staat aangegeven wat er in het dorpje te zien is. We lopen een rondje zoals staat aangegeven, maar geen van de traditionele maskersnijders en andere makers van traditionele kunstvormen is aanwezig. Deuren zijn dicht, niemand reageert op onze roep. Slechts bij één adres is er iemand aanwezig, maar die wil ons alleen maar spullen verkopen. Weer zijn we teleurgesteld in Indianen, zelfs als we wat willen drinken in een restaurantje worden we doodleuk weer buiten gezet, 'closed today'. Jammer!
We besluiten maar te vertrekken, we hebben het gehad met Indianen. We rijden de prachtige route weer terug naar de kust. We willen wel een strandje bezoeken, maar hebben ook honger en dorst. Omdat we inmiddels wel weten dat strandtentjes in Costa Rica praktisch niet bestaan, zoeken we een leuk restaurant uit aan de snelweg. Hier eten we een heerlijke sandwich en salade en dan gaan we naar een strandje in de buurt van Ojochal, Playa Ventanas. Volgens Anja en Otto het mooiste strand dat er in de buurt te vinden is en dat kunnen wij volmondig beamen! Het is een prachtige baai, ingeklemd tussen rotsen en met palmbomen en regenwoud tot aan het strand. We wandelen wat over het strand en door het water, spotten heel veel kleine visjes en wat krabben en genieten van de rust. Totdat er een buslading toeristen wordt afgeleverd, er komen er een stuk of 50 tegelijk het strand op lopen. Wij houden het voor gezien!
We zijn snel weer terug in het hotel waar we ons lekker opfrissen. W overleggen met Otto over de route naar Bahia Drake. De meeste toeristen gaan daar met de boot naar toe, maar we hebben toch een huurauto dus we reizen liever met de auto. Dit is in het droge seizoen mogelijk en Otto vertelt dat zij er vorige week nog geweest zijn. De rivieren die we moeten oversteken staan erg laag, dit zal geen probleem zijn. Wij hebben dan ook het vertrouwen dat we er wel komen en online maken we een reservering bij El Mirador Lodge.
Dan besluiten we nog wat rond te gaan rijden en naar de zonsondergang te kijken. Anja heeft voor ons uitgetekend waar een stuk grond te koop is met het mooiste uitzicht op de zonsondergang over de mangrove. We vinden dit uitzichtpunt eenvoudig en het is echt prachtig! Nog nooit hebben we bijna een uur naar een ondergaande zon gekeken, het is gewoon te mooi om te vertrekken. Pas als de zon weer onder is stappen we in de auto en gaan we op zoek naar een restaurant. Vanavond dineren we in restaurant Citrus, één van de betere restaurants in Ojochal. De prijzen zijn er ook naar, voor Costa Ricaanse begrippen is het eten erg duur. Maar als wij het dan vergelijken met een restaurant in Nederland, en het eten is eigenlijk veel beter dan dat we daarvan gewend zijn, vallen de kosten ontzettend mee. Het is in ieder geval heerlijk! In het donker vinden we gelukkig snel weer de weg terug naar het hotel.
Dag 9. Dag Jeep, hallo uitzicht
We gaan weer op tijd uit bed en zitten om 7 uur te ontbijten. Daarna vertrekken we, met de laatste tips van Anja en Otto, op weg naar Bahia Drake. Ik ben heel benieuwd, ik heb zoveel mooie verhalen gelezen over het Osa schiereiland dat ik erg hoge verwachtingen heb. We rijden over de Panamerican Highway door tot aan het pompstation bij Chacarita. Hier moeten we naar rechts, maar niet voordat we voor de laatste keer getankt hebben. Vanaf hier zou de weg volgens de verhalen op internet slecht zijn, volgens Otto valt het wel mee. We komen langs veel wegwerkzaamheden, de weg wordt geasfalteerd. Hierdoor rijden we erg langzaam, we moeten regelmatig wachten en door regen is de oude weg al praktisch weggespoeld. We wisselen gehobbel af met een strak nieuw aangelegde asfaltweg. Al snel komen we langs de uitzichtpunten over de Golfo Dulce, wat een prachtig gezicht!
We rijden door tot het gehucht Rincon, hier staat een restaurant en ligt een oude militaire brug over de Rio Sierpe. Het water in de rivier staat ontzettend laag, het is hier best droog. Na een simpele maaltijd bij het restaurant vervolgen we onze weg naar Bahia Drake. We gaan nu over een weg die niet veel wordt gebruikt, een groot deel van het jaar is het laatste deel van deze weg helemaal niet begaanbaar. Maar nu wel, de weg is prima en al snel worden we ingehaald door de lokale schoolbus. Het is nog zo'n 30 kilometer naar Bahia Drake en we rijden rustig aan. We steken 5 riviertjes over, die niet dieper zijn dan 20 cm, dus prima te doen met de Jeep. Officieel mag dit natuurlijk niet, zo staat in de papieren van Thrifty, maar het schijnt dat veel toeristen dit wel doen. Je moet dit natuurlijk niet in het regenseizoen doen, zag ik in dit filmpje (er zijn er nog veel meer!).
Na ruim een uur bereiken we de kust, we zijn dan bijna bij Bahia Drake. Het is even zoeken naar ons hotel, maar uiteindelijk vinden we de oprit naar Hotel El Mirador. El Mirador betekent uitzichtpunt, we moeten dus even een berg op om er te komen. Helaas is dit teveel gevraagd voor onze Jeep, de versnellingsbak loopt nu helemaal in de soep. We weten de auto nog net zo te parkeren dat niemand er last van heeft, maar makkelijk gaat dat niet. Er komt iemand van het hotel op ons af lopen en die kijkt of hij de auto makkelijk kan repareren. Dit blijkt niet het geval te zijn en nu is het toch echt tijd om Thrifty te bellen. Gelukkig doen ze helemaal niet moeilijk en beloven ze dat er de volgende dag iemand komt om de auto te repareren. Wij geven aan dat diegene dan met een RAV4 moet komen, die we op papier gereserveerd hebben. Morgen gaan wij de hele dag op pad met een gids, dus de Thrifty meneer zien we wel als we terug komen.
Nu gaan we eerst eens genieten! We zijn op een prachtig plekje terecht gekomen, het uitzicht is werkelijk fantastisch! We drinken wat en worden dan naar onze cabina gebracht. We hebben een cabina zonder stroom gereserveerd, maar we krijgen een cabina met stroom. Deze is heel eenvoudig maar prima. Het hotel is all-inclusive, we worden pas over een paar uur voor het diner verwacht. Nadat we ons hebben omgekleed dalen we af naar het strand en wandelen langs de baai. Het strand van Bahia Drake is donker maar prachtig, het is rustig maar er lopen wel nog wat mensen en er dobberen verschillende bootjes in het water. Als het begint te schemeren pakken we onze spullen in en lopen terug naar het hotel. Het is nog een pittige klim naar boven, niet zo gek dat de Jeep daar wat moeite mee had.
Helaas is het eten een verschrikking. We zitten wel gezellig met een paar Nederlanders en Amerikanen, maar het eten smaakt totaal niet. Smakeloze puree, een vaag visje en wat doorgekookte groenten. Het toetje is een originele jelly-pudding, brrrr! Maar goed dat we nog wat chipjes in de auto hebben liggen, die we toch helemaal leeg moesten halen. Na het eten gaan we naar onze cabina. Er zitten teveel muggen om buiten te blijven, dus gaan we nog maar wat lezen en dan vroeg slapen. Voor morgen hebben we een wekker gezet, zo vroeg moeten we er uit!
Dag 10. Wandelen door Corcovado
De wekker gaat om half 6 af en dan moeten we eruit ook. We krijgen een ontbijtje en een lunchpakketje en dan lopen we naar het strand. Om 6 uur vertrekt de boot, vanaf het strand. We moeten door het water naar de boot lopen en als iedereen aan boord is vertrekken we naar La Sirena, een rangerstation in Corcovado National Park. Hiervandaan vertrekken verschillende wandelroutes en wij gaan met een gids op pad. We zijn niet alleen, op het strand van Bahia Drake zien we al dat er veel meer bootjes te water gaan. Als we na ruim anderhalf uur varen aankomen bij La Sirena liggen er al een stuk of 15 bootjes op het strand.
We springen uit de boot en lopen het strand op, waar we onze wandelschoenen gaan aantrekken. Al snel spotten we een paar rode ara's, in een kale boom op het strand. Alsof ze ons verwelkomen, fantastisch!
We lopen met vier Amerikaanse gasten en onze gids door het nationale park. Eigenlijk lopen we in een nog veel grotere groep, voor en achter ons lopen nog veel meer toeristen. Iedereen wandelt dezelfde route, eerst naar het rangerstation, dan dieper het bos in en dan terug naar het strand, bij
de monding van de Rio Sirena. Hier wordt gelunched en dan lopen we een deel over het strand en een klein stuk door het regenwoud weer terug. Onze gids weet weinig dieren te spotten, maar met hulp van andere gidsen zien we toch een aantal bijzondere vogels en zelf weten we een paar brulapen te vinden. Het is warm hier, erg warm. Vooral als we over de landingstrip van La Sirena lopen, in de volle zon, is het bloedheet. We zijn blij als we wat dieper het bos in gaan, ook al wordt het dan nog lastiger om dieren te spotten. De dieren zijn ongetwijfeld allang klaar met hun ontbijt en liggen lekker te luieren.
Als we weer terugkomen bij het strand zitten er al heel veel mensen te wachten. Wij vinden gelukkig nog een plekje in de schaduw waar we wachten tot onze boot het strand op vaart. Dan gaan we op weg terug naar Bahia Drake. Op internet heb ik gelezen over een waterval langs de kust, waarbij het water een aantal meter dieper in zee stort. Ik vraag onze gids of hij deze plek kent en hij zegt dat ik dit zelf aan de kapitein moet vragen. De kapitein reageert negatief, maar toch weet ik zeker dat hij de plek kent. Andere gasten horen mij over de waterval praten en zo krijg ik bijval, meer mensen willen de waterval zien. Het is een stukje
omvaren maar na lang aandringen maakt de kapitein toch een draai naar de kust. Nu varen we ook dichter langs de kust, hier is veel meer te zien dan op open zee.
Al met al hebben we een leuke dag in NP Corcovado, maar het voldoet niet aan mijn verwachtingen. De gids is geen topper, we lopen teveel tussen andere groepen in en we zien relatief weinig dieren. Wat ook logisch is als je tussen half negen en half 2 wandelt, dan slapen de meeste dieren. Achteraf hadden we beter een tweedaagse tocht kunnen boeken...
Een monteur van Thrifty staat ons op te wachten. Hij heeft de Jeep gerepareerd, maar zal deze meenemen naar San José en laat voor ons een bijna nieuwe RAV4 achter. Fijn! Achteraf verbazen we ons er nog over dat de service zo perfect geregeld was, we bevonden ons toch op een plek waar je volgens het huurcontract helemaal niet mag komen en de monteur heeft er een uur of 8 over gereden om bij ons te komen. Hij rijdt diezelfde middag weer terug.
We frissen op en klimmen naar boven, bovenaan de lodge is een 'hangplek' gemaakt met een nog mooier uitzicht. Hier hangen een paar hangmatten en hangstoelen, er is zelfs een overkapping. In de schaduw is de temperatuur goed uit te houden en zo relaxen we tot de zon onder gaat. Vlak voor zonsondergang komen er achter het hotel diverse vogels aanvliegen, papegaaien en toekans. Dit is prachtig om te zien en we zijn er zo druk mee dat plotseling de zon al helemaal achter de horizon is verdwenen... zonsondergang gemist. Maar we hebben een heerlijk middagje gehad met het prachtige uitzicht!
Het eten is vandaag niet heel veel beter dan gisteravond, maar de lunch was ook al niet veel dus we hebben honger! Het is wel weer gezellig aan tafel en gelukkig hebben we nu wel een lekker toetje. Met de buiken gevuld lopen we weer naar onze cabina, na zo'n lange dag willen we alleen nog maar liggen!
Dag 11. De bergen in
Vandaag verlaten we Bahia Drake alweer, we gaan de bergen in. We starten de dag op zeeniveau met een graadje of 30 C en zijn benieuwd waar we vanmiddag terecht komen. We willen naar San Gerardo de Dota, een bergdorpje waar veel quetzals gespot worden. Dit is een prachtige, redelijk zeldzame vogel. Eerst testen we eens of onze nieuwe auto lekker rijdt. Wat een verschil... in vermogen, in vering, in ruimte, in luxe. We hadden die Jeep nooit moeten accepteren. Maar goed, dat is nu makkelijk praten en we gaan in ieder geval nog een paar dagen genieten van deze mooie wagen!
Als we de eerste rivier over zijn gestoken lopen er twee kinderen langs de weg. In de verste verte is geen bebouwing te zien en we vragen ons af wat ze hier doen. Als ik dit vanuit het open raam vraag, vertellen ze dat ze nog 6 kilometer moeten lopen. Wij hebben ruimte genoeg in onze auto, dus we laten ze instappen en in volledige stilte rijden ze met ons mee. Als ze geluid maken dan is dat omdat ze eruit willen. We stoppen bij een klein gehucht van 5 huizen en daarna rijden we in één keer door naar de uitzichtpunten van de Golfo Dulce. Het weer is iets beter dan eergisteren en daardoor is het uitzicht nog mooier. Onze volgende stop is iets na Palmar Norte. Hier volgen we de weg naar het binnenland van Costa Rica en we stoppen bij een restaurantje langs de weg voor een bak koffie met een punt taart.
De route is prachtig, we rijden in het regenwoud en stijgen behoorlijk. Sommige stukken land zijn wel wat droog maar na de volgende bocht kan alweer een rivier met bijbehorende groene begroeiing liggen. Langzamerhand stijgen we tot boven de 1.000 meter en merken we ook het temperatuursverschil. Vlak na San Isidro de General stoppen we nog een keer, nu om te lunchen. De weg wordt hierna nog slechter, de berg heet niet voor niets 'Cerro de la Muerte'. We rijden door de wolken, in een witte wereld zonder uitzichten. Af en toe is het weer helder en kunnen we kilometers ver de vallei in kijken. We zien ananas- en koffieplantages, oneindig regenwoud en dan weer heel veel mist.
We hebben geen hotel gereserveerd maar ik heb wel een paar hotelnamen genoteerd in San Gerardo de Dota. Hotels zijn hier erg kostbaar en we willen niet meer dan 100$ voor een nacht betalen. We slaan af van de snelweg richting het dorpje en moeten dan nog een paar kilometer een berg afdalen. De weg is onverhard en door de regen op sommige plekken erg nat en glad. Na de eerste kilometer staat er een rij auto's op de weg. We sluiten aan en gaan kijken wat er aan de hand is. Een busje met toeristen is weggegleden op een slecht stuk weg en met de achterkant tegen de berg aan gegleden. Het busje staat vast en er kan geen auto meer langs. Er is al een trekker onderweg om het busje weg te trekken, de toeristen staan hier al een uurtje. Er is geen alternatieve route, dus ook voor ons zit er niets anders op dan te wachten tot het busje weer op de weg is getrokken en de weg weer vrij is. Ondertussen maken we wat foto's van het nevelwoud waar we op uitkijken en de mossen die groeien op het hek langs de weg.
Uiteindelijk arriveren we in het dorpje San Gerardo de Dota, dat eigenlijk niets meer is dan een aantal hotels en een klein gehucht. We informeren bij een hotel naar kamers, maar die zijn niet beschikbaar. Uiteindelijk vinden we een overnachtingsplaats bij Cabinas El Quetzal. We krijgen een cabina met kachel en extra dekens voor de nacht. Het is nu iets onder de 20°C, vanochtend in Bahia Drake was het nog meer dan 30°C. We leggen de dekens klaar voor de nacht en gaan nog even buiten kijken. We wandelen een stukje naar een paar bomen waar regelmatig quetzales worden gespot. Het is een korte wandeling met een klein stukje bergop, maar ik ben al snel buiten adem. Ik wijt dit aan het hoogteverschil en loop rustig verder. Helaas zijn er bij de bomen geen quetzales te zien en het begint al snel te schemeren. Als we weer teruglopen zien we in een flits een quetzal vliegen, maar dit ging zo snel dat we er nog nauwelijks een beeld bij hebben. We wandelen weer terug naar ons huisje waar we nog even in de hangmat hangen.
Achter onze cabina stroomt een riviertje en we zien een visser de ene na de andere vis vangen. Deze vissen liggen een uur later op ons bord als we bij de cabinas dineren. We kunnen alleen kiezen voor de pompoensoep en vers gevangen vis, verder is er niets te krijgen. We hebben geen zin om naar een ander restaurant te rijden, dus we eten dit. In vergelijking met het eten bij El Mirador lodge is de smaak fantastisch en we genieten dan ook van het heerlijke eten. De eetzaal is mooi versierd met schilderijen van de quetzal en er hangt ook een namaak vogel. Vooral de staartpennen die aan een wand zijn opgehangen laten ons zien hoe mooi de vogel is.
Dag 12. Terug naar Casa Rio Blanco
We zijn vroeg gaan slapen met het idee vandaag nog te gaan wandelen, op zoek naar een quetzal. Maar als we wakker worden is het koud en regent het. We besluiten om maar gewoon rustig te gaan douchen en de quetzals met rust te laten. Na het ontbijt vertrekken we weer bij de cabinas, we vinden het hier te koud om langer te blijven. De weg van San Gerardo de Dota naar de snelweg is er niet beter op geworden, het is een soort glijbaan van modder. Gelukkig heeft onze RAV er weinig last van en al snel staan we weer boven aan de weg en kunnen we door richting de Caribische kust. Vandaag rijden we naar Guapiles, dit gaat het snelste via San José. Wij hebben al zo'n hekel aan de ringweg van San José dat we ervoor kiezen om een uur om te rijden, via Turrialba en Siquirres. We hebben de tijd en we genieten eerst nog even van de uitzichten voordat we snel afdalen naar Cartago.
In Cartago slaan we linksaf richting Siquirres, gelukkig staat dit redelijk goed aangegeven in deze chaotische stad. De route loopt dan langs verschillende stadjes en verder zien we veel landbouw. Ver na Turrialba, waar we nog even snel een lunch gebruiken, wordt de weg weer zoals wij het graag zien: een streep asfalt door een regenwoud. De route is prachtig tot aan Siquirres. Hier komen we op snelweg 32 uit en dan is het niet ver meer naar Guapiles. We rijden naar ecolodge Casa Rio Blanco, waar we in 2007 ook zijn geweest. We halen nog wat boodschappen in Guapiles en rijden dan zonder een kaart nodig te hebben naar het hotel. Heerlijk om hier weer te zijn!
Als wij het - anderhalf jaar na onze eerste reis naar Costa Rica - over Costa Rica praten, komen onze gedachten altijd weer uit bij Casa Rio Blanco. De ecolodge heeft heel veel indruk op ons gemaakt. Twee fantastische mensen, Herbie en Annette, die een paar jaar geleden de lodge hebben gekocht en deze nu met z'n tweetjes draaien. Er zijn 4 cabina's, dus het is nooit heel erg druk, maar je moet er natuurlijk wel altijd zijn voor je gasten. En omdat alles in huis en in de cabina's is gemaakt van natuurlijke materialen, is er veel onderhoud nodig om de lodge mooi en functioneel te houden.
Vanmiddag doen we niets anders dan lekker relaxen, bijkletsen met Annette en Herbie en natuurlijk genieten vanaf de veranda van onze favoriete cabina in Costa Rica. Het uitzicht over de canopy is fantastisch, het duurt ook niet lang voor we de eerste leguanen gespot hebben. Later die dag komen daar nog blue jeans frogs en toekans bij. We eten bij Annette in de keuken, gezellig met een paar andere gasten. Na het eten kletsen we nog wat en dan is het tijd om ons grote bed op te zoeken.
Dag 13. Ananas, ananas, bananen en bananen
Voor het eerst deze vakantie slapen we echt uit, we hebben totaal geen haast. Toch is het nog geen 8 uur als we een kop koffie en een lekker ontbijtje voor ons neus hebben. We hebben ook geen plannen voor vandaag. Christiaan heeft Herbie aangeboden om wat te helpen met onderhoud en de mannen gaan een paar boomstammen doorzagen die onhandig op het wandelpad naar de zwemplaats in de Rio Blanco liggen. Annette en ik gaan een stuk met de hondjes lopen, waarbij Annette me een paar prachtige uitzichtpunten over de Rio Blanco aanwijst. Ondanks dat we hier vorige keer twee nachten zijn geweest, hebben we nog niet zoveel van de omgeving gezien. We gaan 's middags dan ook met de auto op onderzoek uit, eens kijken waar we uitkomen als we zomaar een bergweggetje inrijden.
dit is niet echt bijzonder en we nemen ons voor om
morgen zelf eens te gaan koken.
Dag 14. Auto in de put
Vandaag gaan Herbie en Christiaan nog even aan het werk, als Annette en ik inkopen gaan doen in Guapiles. Er zijn vanavond geen andere gasten, dus we kunnen ons uitleven in de keuken. Boodschappen zijn ontzettend duur in Costa Rica, ik verbaas me daar over als we door de supermarkt lopen. Natuurlijk wist ik wel dat een fles Coca Cola en een pak Wasa crackers duur zijn, maar ook voor groente, aardappelen en vlees betaal je minstens net zoveel als bij de Nederlandse appie. Alleen de rijst en zwarte bonen zijn erg goedkoop, dit is dan ook de basisvoeding voor tico's. Als je, zoals Annette en Herbie, je gasten ook wat internationale gerechten wilt voorschotelen, dan moet je flink investeren. Of zoals Annette slim inkopen. En dus doen we waar ik in Nederland een gigantische hekel aan heb: voor het ene product naar de ene supermarkt, voor het andere product naar een andere supermarkt en dan ook nog dingen kopen bij verschillende marktkramen. Omdat we zo slim hebben in gekocht mogen we van onszelf wel wat geld uitgeven en dit doen we bij de Burger King, heerlijk zo'n fastfood lunch als je al een paar dagen weinig of gezond hebt gegeten!
Het is lekker warm, maar niet te heet dat we niet een wandeling kunnen maken. Christiaan en ik gaan weer naar de zwemplaats, dit is een kwartier lopen vanaf de keuken van de lodge. Of een uur, als je net als wij ieder blad omdraait in de hoop mooie dieren te spotten. We genieten weer volop van de prachtige natuur, ook al zien we niet echt bijzondere dieren. Nou ja, een blue jeans frog blijft natuurlijk een bijzonder mooi kikkertje! Vorige keer kwamen we nog verschillende slangen tegen, ik vind het jammer dat dit nu niet zo is. Het verschil tussen het natte en droge seizoen is hier goed merkbaar, de begroeiing langs het wandelpad is lang niet zo weelderig als in de natte tijd.
Als we weer boven zijn, besluiten we nog een rondje te gaan rijden. Ik wil nog wel wat typische Costa Rica dingen fotograferen en die zijn hier genoeg te zien in de omgeving. Denk aan ananas- en bananenplantages, maar ook aan prikkeldraad dat men hier overal als waslijn gebruikt en een soort vogelhuisjes waarin de elektriciteitsmeter is geplaatst. We rijden wat rond buiten Guapiles en komen dan weer in het stadje terecht. We rijden door een vrij arm gedeelte en het is me totaal niet duidelijk waar we nu naar toe moeten om weer bij de snelweg te komen. Ik rijd, dat is ook niet standaard. Uiteindelijk
besluiten we dat we moeten keren, precies op dat moment rijd ik over een gigantisch gat in de weg. Het is een oude waterput ofzo, een gat met een diameter van een meter. Ons complete linker voorwiel verdwijnt in het gat en de auto rust op de voorbalk. Oeps! We denken eerst dat het wel meevalt, maar als we zijn uitgestapt realiseren we ons al snel dat we hier niet zomaar uit komen. Gelukkig wonen hier hele vriendelijke mensen en er komt al snel iemand naar ons toe die wil helpen. Op zijn advies zetten we de krik onder de auto en draaien zo de auto weer omhoog. Nu hangt het wiel boven het gat, maar we kunnen naar mijn idee niet zomaar wegrijden. De man denkt daar anders over en vraagt of hij de auto mag wegrijden. Hij geeft vol gas, zijn kinderen schrikken zich rot, en dan schiet de auto vooruit, precies met het wiel na het gat. Hij weet de auto zo te manouvreren dat er niet een ander wiel in het gat verdwijnt en dan staat de auto weer met alle wielen op vaste grond. Fijn! We bedanken de man en geven hem een paar dollar. De kinderen geven een paar snoepjes en dan gaan we er weer vandoor. We zijn wel lekker bezig zo met de auto's deze vakantie!
Als we terugkomen bij Casa Rio Blanco is het tijd om het eten voor te bereiden. We eten lekker Hollands: bloemkool met een zelfgemaakt kaassausje, aardappel en een filetlapje. Het smaakt allemaal prima, zeker in combinatie met de wijn en het bier. Het is weer een heel gezellig avondje en een perfecte afsluiting van ons verblijf in deze ecolodge!
Dag 15. Rondje San José
De volgende morgen hebben we gelukkig geen last van de wijn en het bier en zitten we weer fris te ontbijten. We drinken nog een paar koppen koffie en dan is het echt tijd om te vertrekken. Het afscheid valt ons best zwaar, wat zouden we hier graag nog een paar dagen blijven! Maar helaas, morgen vertrekt ons vliegtuig en daarom reizen we vandaag alvast terug naar Dos Palmas La Garita. Natuurlijk rijden we niet geheel foutloos over de ring van San José, maar we zijn verrassend snel voorbij de hoofdstad. We willen vandaag nog wel wat doen, we hoeven niet de hele middag bij het zwembad te zitten. We kiezen voor een dierentuin bij Alajuela. De dierentuin is prachtig aangelegd, het is een soort park met hier en daar een dierenkooi. De dieren doen ons eigenlijk weinig, in het wild is het toch veel mooier.
Dag 16. Kunnen we naar huis?
We hebben twee weken lang geen televisie gezien, maar het eerste wat ik nu 's ochtends vroeg doe is de televisie aanzetten. Een voorgevoel? De tv staat op CNN en het eerste beeld dat ik zie is van Schiphol, met even later een beeld van de A9, de Polderbaan en een vliegtuig dat hier is neergestort. Het is nog niet duidelijk wat er is gebeurd, maar duidelijk is wel dat Schiphol dicht is en dat het er één chaos is. Ohjee! Wij moeten eerst nog naar Panama en vliegen pas vanavond laat van Panama naar Amsterdam, dus hopelijk is dan het vliegverkeer weer mogelijk.
Na ons ontbijt brengt Peter ons naar het vliegveld. We hebben standby tickets naar Panama maar de vlucht is lang niet vol. We krijgen bij de incheckbalie al stoelen toegewezen, zo is het vliegen wel relaxed! We snoepen nog even van de vele lekkernijen in de Coffee Britt winkels op de luchthaven en dan gaan we aan boord van de Copa vlucht. Een dubbel gevoel, wat hebben we het hier weer mooi gehad, maar ook, komen we hier nog eens terug?
De vlucht naar Panama verloopt prima en gelukkig blijkt ook de vlucht van Panama naar Amsterdam lang niet vol te zitten. We krijgen prima plaatsen, naast elkaar, en met een paar uur slaap gaat de vlucht erg snel. We merken niets van het vliegtuig dat in de polder ligt, we landen op een andere landingsbaan en zien er dus niets van. Gelukkig is er op het vliegveld ook niets meer aan de hand, alsof er geen vliegramp heeft plaatsgevonden. We gaan weer lekker naar huis, opnieuw met heel veel foto's, film en herinneringen!
Na afloop
Hadden we niet beter ergens anders naar toe kunnen gaan? Dat is een vraag die meerdere keren door m'n hoofd ging, zowel tijdens de reis als vlak erna. Doordat de eerste reis naar Costa Rica zo fantastisch was, kon dit gevoel nauwelijks geëvenaard worden. Natuurlijk was ook deze reis weer prachtig en we hebben misschien nog meer mooie natuur gezien dan in 2007. Toch was een heleboel niet meer nieuw, verbaasden we ons niet over het natuurschoon en de bijzondere dieren. Hierdoor was er geen wow-effect meer, of in ieder geval niet zo sterk als na onze vorige reis. We merkten allebei dat we veel gingen vergelijken en we willen eigenlijk liever nieuwe dingen zien. Maar toch, wat was het gaaf om de vulkanische activiteit te zien in Rincon de la Vieja, het aquarium van Volcan Tenorio en de vele vogels bij Carara. Wat hebben we veel moois gezien in het Zuid-Westen, waar nog relatief weinig toeristen komen. En wat hebben we weer genoten van de fantastische Nederlanders en tico's die we hebben ontmoet. Gaan we terug? Vast wel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten