Sri Lanka 2018
Na een rustig
jaartje caravan uitproberen in Zeeland en Frankrijk in 2017, krijg ik aan het
einde van het jaar weer enorme reiskriebels! Wanneer zullen we weer een verre
reis maken? En waar naar toe? Thailand beviel ons vorig jaar fantastisch maar
het voelt alsof we de hoogtepunten wel gezien hebben. Azië is wel lekker
betaalbaar en mooi weer is gegarandeerd, net als de mogelijkheid om mooie
natuur te bezoeken. Sri Lanka trekt mijn aandacht en na het lezen van een paar
inspirerende blogs gaat mijn voorkeur uit naar dit eiland. Als we tijdens
Kerstmis bij mijn moeder zijn wordt de knoop definitief doorgehakt: we reizen
in de meivakantie naar Sri Lanka. Dat we bij mijn moeder zijn is wel handig,
zij gaat namelijk met ons mee!
Naar Sri Lanka met de kids en oma – De
voorbereiding
Als op eerste
Kerstdag de tickets zijn geboekt, kan ik de reis gaan invullen. Avond aan avond
verdiep ik mij in alle mooie plekjes van het mooie land. We zullen voor het
eerst niet met een eigen auto of camper gaan reizen, maar met taxi busjes. In
Sri Lanka is het vrij gebruikelijk om met een privé chauffeur te reizen, maar 2
weken dezelfde chauffeur lijkt mij niets. Een auto huren lijkt echt onmogelijk
te zijn. Ik regel voor de eerste dag een transfer van de luchthaven naar ons
hotel, inclusief enkele stops en een lunch. De rest van het transport regelen
we ter plaatse wel. Als ik de route bepaald heb, twijfel ik of we alle hotels
vooraf gaan boeken. Op sommige plekken zijn weinig leuke accommodaties te
vinden. We rijden geen standaard rondje, omdat ik heel graag een bezoek wil
brengen aan het Sinharaja regenwoud. Als we ook de treinkaartjes van Ella naar
Nuwara Eliya online bestellen en een dagje olifant verzorgen vastleggen, staat
de route eigenlijk vast. De hotels boek ik dan ook online en zo is in februari
onze complete reis geregeld. Ik maak een mooi boekje voor mijn man, kids en
moeder en dan is het afwachten tot we op reis kunnen!
Het is
Koningsdag, de eerste dag van onze mei-vakantie. Eindelijk is het zover, we
vliegen vandaag naar Sri Lanka! We slapen de nacht voor vertrek bij mijn moeder
en op vrijdag zitten we om 7 uur 's ochtends beneden. Een vriend van mijn
moeder brengt ons met de bus naar Schiphol, waar het ontzettend druk is. Op de
A4 stonden we al in de file, gelukkig hadden we tijd genoeg. Ook in de
vertrekhallen staan lange rijen, gelukkig hebben we de wandelwagen mee en
worden we daarmee naar een kortere rij gestuurd. Vervolgens moeten we naar de
douane en handbagage controle, hier is ook geen doorkomen aan. Als we 20
minuten in de rij hebben gestaan en eindelijk bij het poortje zijn, worden we
naar een andere vertrekhal gestuurd. Hal 3 is vol, in hal 2 is het gelukkig een
stuk rustiger. Zo houden we toch nog even tijd over voor een broodje en een kop
koffie.
Als we bij de
gate aankomen, is het boarden al begonnen. We kunnen rustig doorlopen en aan
boord gaan van de Jet Airways. Een Indiase budgetmaatschappij, maar we hebben
een prima vlucht! De jongens vechten heel even om de stoel bij het raam (Stan
wint) en Mats wil dan in het midden. Eens even kijken hoe lang we het volhouden
met die twee naast elkaar. Ook voor de landingsbaan staat een file, het is al
bijna 12 uur als we eindelijk vertrekken. De vlucht duurt ruim 8 uur en gaat
verrassend snel voorbij. De jongens vermaken zich prima! Ik heb net als voor de
vorige reizen een lading kadootjes gekocht en als de stoelriemen los zijn,
mogen ze de eerste uitpakken. Dit zijn kidizoom camera's en vooral Stan is er
dolgelukkig mee. Hij vermaakt zich met spelletjes, terwijl Mats urenlang
filmpjes kijkt op de tablet. Normaal moet na een half uur de tablet uit, maar
in het vliegtuig hanteren we andere regels.
Het eten is niet
lekker en de stewardessen zijn minder aardig dan bij de KLM, maar we krijgen genoeg
eten en drinken en de vlucht verloopt rustig. Als Mats klaagt over buikpijn
kruipt hij bij mij op schoot en valt in slaap. Stan pakt de tablet en kijkt ook
wat filmpjes, tot Mats weer wakker wordt en de tablet weer opeist. Na een uur
of vier worden ze een beetje vervelend, maar met nog een kadootje is de sfeer
weer goed. Pokemon kaarten doen wonderen, ik snap nog steeds niet wat daar de
lol van is. Naar de wc gaan is in een vliegtuig altijd een hele belevenis. Stan
durft het wel aan, maar ik mag pas doortrekken als hij de wc uit is. Mats weet
niet zo goed meer hoe een vliegtuig wc werkt en schrikt zich rot als ik de wc
doortrek en zijn plas weggezogen wordt zonder water. Twee grote ogen kijken mij
bang aan en daarna mag ik ook bij hem niet meer doortrekken voordat hij de wc
uit is...
Na 8 uur komt
Mombai dichterbij op de kaart en Stan vindt de wereldkaart in het entertainment
systeem erg interessant. Hij ziet zo dat we een paar rondjes vliegen, en dan
begint het de jongens wel te lang te duren. Een uurtje later kunnen we
eindelijk landen en dan krijgen de jongens gelukkig weer wat energie. Het duurt
even voordat we de wandelwagen krijgen en als laatste komen we uit de slurf. We
moeten een flink stuk lopen naar de gate voor onze volgende vlucht. We krijgen
een Indiase bagagecontrole, waarbij mannen en vrouwen gescheiden worden. Mats
snapt er niets van dat hij niet met mij mee mag. Als zijn knuffels door de
bagage scanner moeten is hij er klaar mee en zet het op een schreeuwen. De
Indiase beambten trekken zich nergens wat van aan en we zijn blij als we door
de controle zijn.
Ondanks het tijdstip (21 uur NL tijd) houden de jongens het lopen en wachten goed vol. Voor de vlucht van 2 uur naar Colombo moeten we met de bus naar het vliegtuig. Dit is een flinke rit over het vliegveld, de jongens vinden de rit tussen al die grote vliegtuigen wel mooi. We vertrekken netjes op tijd. Mats mag bij het raam en oma zit tussen ze in. Stan slaapt bij het opstijgen al maar Mats kletst nog even door. De vlucht gaat al slapend vrij snel voorbij en dan mogen we als laatste van boord in Sri Lanka.
Dag 2 – een eerste indruk van Sri Lanka
Het is half 5 's
ochtends als we door de immigrations moeten en de koffers kunnen ophalen. Dit
gaat best soepel en als we in de aankomsthal zijn, is onze chauffeur nergens te
bekennen. Na een kwartiertje zoeken besluit ik toch maar mijn Nederlandse
contactpersoon te bellen. Het is nog belachelijk vroeg maar ik wil wel weten
waar we aan toe zijn. Hij belt met de chauffeur en 10 minuten later worden we
alsnog opgehaald. We worden naar een busje met airco gebracht. De man die ons
ophaalt geeft ons informatie over het land en over de feestdagen die er de
komende dagen zijn. Hij probeert ons over te halen om zijn chauffeur voor de
hele vakantie vast te leggen, maar dat zien wij niet zitten.
Ik had deze trip vooraf geboekt zodat we onszelf een paar uur zouden bezig houden. Als we nu naar een hotel gaan om te slapen, hakt die nacht zonder slaap er nog harder in. Nu rijden we in twee uur naar een schildpadden opvangcentrumpje. In wat betonnen bakken zitten baby schildpadjes en een paar grote gehandicapte schildpadden. Vergeleken met onze schildpadden ervaring in Costa Rica is dit niet echt een noemenswaardig bezoek, maar Stan vindt het wel leuk en wij strekken even de benen.
Ik had deze trip vooraf geboekt zodat we onszelf een paar uur zouden bezig houden. Als we nu naar een hotel gaan om te slapen, hakt die nacht zonder slaap er nog harder in. Nu rijden we in twee uur naar een schildpadden opvangcentrumpje. In wat betonnen bakken zitten baby schildpadjes en een paar grote gehandicapte schildpadden. Vergeleken met onze schildpadden ervaring in Costa Rica is dit niet echt een noemenswaardig bezoek, maar Stan vindt het wel leuk en wij strekken even de benen.
Daarna rijden we
een klein stukje naar een haventje bij de Madu rivier. De rivier mondt uit in
de oceaan en is omringd door mangrovebossen. We varen door de mangroven en
komen dan op de brede rivier. Hier kunnen we een aantal eilandjes bezoeken. De
kapitein brengt ons aan land bij het kaneeleiland, waar kaneelbomen groeien.
Van de takken maken ze kaneelstokjes, best interessant om eens te zien. De
leguaan die hier rond loopt is ook een foto waard. Na een kwartier meldt Mats
dat hij moet poepen... nou is dit eilandje enorm klein dus ik verwacht geen wc.
Gelukkig blijkt dat er wel te zijn en we lopen naar het wc-hutje. Ik moet wel
lachen om de wc-pot die zonder aansluiting op water in het midden van het hutje
staat. Mats vindt het niet zo leuk dat er geen toiletbril op de pot zit. Als
hij vervolgens ook ziet dat de wc niet doorgetrokken kan worden, hoeft hij
spontaan niet meer te poepen. We gaan terug naar de boot.
We varen met een
lekker gangetje over de rivier. Ik val bijna in slaap, dat ene uurtje slaap was
toch wat weinig. Na een uur zit de boottocht er weer op. We drinken wat voordat
we in ons busje stappen. Op ons verzoek brengt de chauffeur ons naar een
restaurant aan het strand waar ze pizza's serveren. We bestellen wat te drinken
en eten en dan mogen de jongens even 'pootjezwemmen'. Het zeewater is lekker
warm en de golven hoog. We springen uitgelaten rond in de branding totdat de
broeken nat zijn. De pizza’s smaken prima. Daarna speelt Christiaan nog even
met de jongens in de branding en nu zijn ook de shirts nat. We drinken nog wat
en dan haal ik droge kleding uit het busje. Weer enigszins opgeknapt zitten we
even later in het busje.
De chauffeur
brengt ons nu naar het Tsunami foto museum. De jongens willen niet mee en mogen
in de auto blijven bij de chauffeur. Gelukkig maar, want de foto's zijn erg
aangrijpend. De beelden van het water op straten en in hotels kennen we
allemaal nog wel, maar met de persoonlijke verhalen en foto's van dode mensen
is het museum niet geschikt voor kinderen. Vlak bij het museum staan een
boeddha en herdenkingsbeeld, deze zijn ook indrukwekkend.
Het is nu nog een
half uurtje rijden naar Unawatuna. Doordat de chauffeur verkeerd rijdt duurt
het nog wat langer. Op mijn advies keert hij toch om, het weggetje is inmiddels
zo smal geworden dat we een andere auto niet kunnen passeren. De chauffeur moet
even zoeken en dan arriveren we eindelijk bij het hotel. De warmte slaat als
een deken om ons heen. Heerlijk, ik houd zo van de tropische hitte!
Het Thambapanni
Retreat is een mooi kleinschalig hotel op een paar honderd meter van het strand
van Unawatuna. Er is een zwembad en een restaurant en de kamers zijn heerlijk
groot met een airco. We hebben twee kamers naast elkaar.
Nadat we de koffers een beetje hebben uitgepakt, rapen we de moed bij elkaar en trekken we de zwemkleding aan. Het zwembad is koud, maar hierdoor frissen we lekker op. Als we even wat gaan drinken, zie ik een boom bewegen. Ja hoor, daar zijn apen! Ze klauteren door de bomen en springen in de gigantische bamboestammen. Dan zitten ze recht boven ons. Oh oh... er komt al snel wat naar beneden vallen. Apenpoep! Netjes naast ons, maar dat was vast niet hun bedoeling. Het is niet toevallig dat alle poep binnen een meter van ons valt. Ik vertel Stan maar niet dat het ook op zijn slipper zit. Als er poep in het zwembad valt, willen de kinderen niet meer zwemmen. We gaan 'schuilen' onder een overkapping en kijken nog even naar de apen. Dan douchen we en willen we wat eten in het restaurant. Het duurt even voordat het eten klaar is en Mats houdt nog maar net zijn ogen open. Hij klaagt over honger en tot onze verbazing gaat hij dat zelf ook tegen de ober vertellen. We kijken even in de keuken en dan is zijn tosti klaar. Daar krijgt hij weer wat energie van en we genieten allemaal van een lekkere maaltijd. Zonder moeite leggen we de jongens daarna in bed. Mijn ogen vallen ook bijna dicht, het is half negen... Na een kop koffie en het bewonderen van wat vuurvliegjes sluiten wij ook de ogen in een prima bed. Ik ben benieuwd hoe laat we morgen wakker worden...
Nadat we de koffers een beetje hebben uitgepakt, rapen we de moed bij elkaar en trekken we de zwemkleding aan. Het zwembad is koud, maar hierdoor frissen we lekker op. Als we even wat gaan drinken, zie ik een boom bewegen. Ja hoor, daar zijn apen! Ze klauteren door de bomen en springen in de gigantische bamboestammen. Dan zitten ze recht boven ons. Oh oh... er komt al snel wat naar beneden vallen. Apenpoep! Netjes naast ons, maar dat was vast niet hun bedoeling. Het is niet toevallig dat alle poep binnen een meter van ons valt. Ik vertel Stan maar niet dat het ook op zijn slipper zit. Als er poep in het zwembad valt, willen de kinderen niet meer zwemmen. We gaan 'schuilen' onder een overkapping en kijken nog even naar de apen. Dan douchen we en willen we wat eten in het restaurant. Het duurt even voordat het eten klaar is en Mats houdt nog maar net zijn ogen open. Hij klaagt over honger en tot onze verbazing gaat hij dat zelf ook tegen de ober vertellen. We kijken even in de keuken en dan is zijn tosti klaar. Daar krijgt hij weer wat energie van en we genieten allemaal van een lekkere maaltijd. Zonder moeite leggen we de jongens daarna in bed. Mijn ogen vallen ook bijna dicht, het is half negen... Na een kop koffie en het bewonderen van wat vuurvliegjes sluiten wij ook de ogen in een prima bed. Ik ben benieuwd hoe laat we morgen wakker worden...
Dag 3 - Boeddha is jarig en iedereen viert feest
Onze eerste nacht
in Sri Lanka verloopt perfect. Een paar minuten voor mijn wekker om half 9
gaat, word ik wakker. Stan slaapt nog, net als Christiaan. Ik trek wat kleren
aan en ga informeren tot hoe laat we mogen ontbijten. Dit kan gelukkig tot 10 uur.
Ik informeer ook meteen of ze een taxibusje kunnen regelen voor morgen, dit
gaat snel en de prijs valt mee. Als ik terug kom in de kamer, stapt Stan ook
net uit zijn bed. In de kamer naast ons is het nog stil. Om 9 uur maakt
Christiaan m’n moeder wakker. Mats wilde bij haar logeren en ligt nog te
slapen. Om half 10 zijn we allevijf wakker genoeg om te gaan ontbijten. Het
ontbijtbuffet is uitgebreid, we genieten van veel vers fruit en een omelet naar
keuze. De jongens mogen deze eerste ochtend zelf kiezen wat ze eten en dat zijn
cakejes en heel veel stukken watermeloen.
Vandaag wordt de
verjaardag van Boeddha gevierd. Gister zagen we onderweg al talloze lampionnen
en de chauffeur vertelde er in gebrekkig Engels iets over. Het is een nationale
vrije dag en het feest gaat ook op zondag door. Mensen zoeken elkaar op, delen
eten en er zijn overal festiviteiten. We zijn benieuwd! Vooraf heb ik in geen
enkel blog of artikel over Sri Lanka iets gelezen heb over deze speciale dag,
het is dus puur geluk dat we dit mogen meemaken.
Na het ontbijt
pakken we de tassen in voor een wandeling naar het strand. Het is lekker zonnig
en bloedheet. Vlakbij het hotel lopen we langs een basisschool met een tempel.
Als we even staan te kijken, worden we uitgenodigd om onze schoenen uit te
trekken en naar de monniken te komen. Een feest van herkenning voor Stan, de
oranje gewaden herkent hij meteen van onze tempelbezoeken in Thailand. In een
grote zaal zijn veel kinderen en die komen al snel op Stan en Mats af. Ze nemen
onze jongens mee naar een vijvertje waar flinke vissen in een klein laagje
water zwemmen. Wij worden gewezen op het tempeltje, waar we op blote voeten
(au, de grond is heet!) naar toe lopen. Hier zit een grote boeddha in een
ruimte met veel schilderijen. Ook staat er een olifant met 7 poten. Bij boeddha
en de olifant staan al diverse mandjes met offers. Als we de tempel hebben
bekeken, lopen we weer naar beneden. We praten even met een van de leraren en
hij legt uit hoe ze hier de verjaardag van Boeddha vieren. Het lijkt op ons
Kerstfeest. We worden uitgenodigd voor het offermoment. Alle kinderen zitten in
het tempeltje tegen de muur aan en wij sluiten aan. Een monnik brabbelt wat en de
kinderen herhalen wat hij zegt. Ook wordt er gezongen. Het duurt maar een
kwartiertje en dan staat iedereen weer op en is het tijd voor de lunch. Wij
mogen ook aansluiten maar we hebben net ontbeten. Het was een prachtig spontaan
bezoek en de mensen zijn hier ontzettend lief.
We wandelen
verder naar het strand. Het zeebriesje is meer dan welkom. We spelen weer even
in de branding, in deze mooie baai zijn de golven niet zo hoog. De zee is hier
eigenlijk wel geschikt om in te zwemmen, maar we hebben de zwemkleding niet
aan. De broeken worden weer nat en als de jongens nog even samen in de golven
spelen, wordt Mats overspoeld. Hij schrikt zich rot en is helemaal nat. Gelukkig
is het zo warm dat de kleding al droogt als we verder lopen. We wandelen naar
een barretje op het strand. Met een tuinslang spoel ik het meeste zand van de
jongens af en dan drinken we een verse fruitmix. We zitten heerlijk met onze
voeten in het zand. Na een uurtje rekenen we af en gaan op zoek naar een tuktuk.
De tuktuk is hier de standaard taxi, je ziet ze werkelijk overal. Er kunnen 3 mensen achterin dus wij regelen er 2 voor een ritje naar het Fort in Galle. Voor iets meer dan 5 euro worden we daarheen gebracht. Onze tuktuk bestuurder vertelt ons over het festival van vanavond. Nu branden de lampions nog niet en zien we alleen een soort tenten langs de kant van de weg staan, dit moet ‘s avonds een grote lichtshow zijn. Hij vraagt of hij ons ook weer op mag halen en we spreken af dat we hem gaan bellen als we bijna naar het hotel willen. Stan en Mats vinden de tuktuks helemaal leuk. Stan mag een rondje rijden tussen de benen van onze chauffeur en rijdt zo trots als een pauw over een rotonde.
De tuktuk is hier de standaard taxi, je ziet ze werkelijk overal. Er kunnen 3 mensen achterin dus wij regelen er 2 voor een ritje naar het Fort in Galle. Voor iets meer dan 5 euro worden we daarheen gebracht. Onze tuktuk bestuurder vertelt ons over het festival van vanavond. Nu branden de lampions nog niet en zien we alleen een soort tenten langs de kant van de weg staan, dit moet ‘s avonds een grote lichtshow zijn. Hij vraagt of hij ons ook weer op mag halen en we spreken af dat we hem gaan bellen als we bijna naar het hotel willen. Stan en Mats vinden de tuktuks helemaal leuk. Stan mag een rondje rijden tussen de benen van onze chauffeur en rijdt zo trots als een pauw over een rotonde.
Het Fort is een
Nederlands fort uit de VOC tijd met een grote stenen wal die het gebied beschermd
heeft tegen de tsunami. Er staan veel koloniale gebouwen en de straatnamen zijn
herkenbaar Nederlands. Het is een toeristische trekpleister en op deze feestdag
is het druk met Sri Lankanen. Vanaf de ingang van het fort wandelen we in een
half uurtje naar het zuidelijkste punt. Hier eten we een ijsje met veel te veel
kleurstof en we beklimmen de wal. Het uitzicht over de zee, Galle en de jungle
aan de overkant is mooi. De stranden zijn hier niet echt mooi en overbevolkt
met alle Sri Lankanen. Er zijn hier veel Sri Lankanen die niet gewend zijn aan
blanke mensen, vooral Mats en Stan krijgen veel aandacht. ‘Ohhh cute baby’,
horen we vaak en Mats moppert boos terug ‘ik ben geen baby meer’. Wat de mensen
dan ook wel weer grappig vinden.
Op de foto gaan met Sri Lankaanse kinderen vinden de jongens ook helemaal niet nodig, jammer voor de papa die dat heel graag wilde. Stan en Mats lopen rond met hun kidizoom en maken de ene na de andere foto. De lucht gaat ondertussen van flink bewolkt naar pikzwart. Bij de vuurtoren is een zwemstrand en daar ziet het letterlijk zwart van de mensen. Binnen de wal is het best warm en we zijn na een uurtje wandelen aan een drankje toe. Als we net in een restaurantje zitten, barst de regen los. Wij zitten een half uurtje in de speelkamer van een restaurant en als we weer verder gaan is de regen voorbij.
Op de foto gaan met Sri Lankaanse kinderen vinden de jongens ook helemaal niet nodig, jammer voor de papa die dat heel graag wilde. Stan en Mats lopen rond met hun kidizoom en maken de ene na de andere foto. De lucht gaat ondertussen van flink bewolkt naar pikzwart. Bij de vuurtoren is een zwemstrand en daar ziet het letterlijk zwart van de mensen. Binnen de wal is het best warm en we zijn na een uurtje wandelen aan een drankje toe. Als we net in een restaurantje zitten, barst de regen los. Wij zitten een half uurtje in de speelkamer van een restaurant en als we weer verder gaan is de regen voorbij.
We bezoeken wat
winkeltjes en kijken rond tussen de oude gebouwen. Als we het fort zijn
overgestoken staan we opnieuw op de stadswal, naast een groot plein. Hier zijn
nog veel meer lampjes opgehangen en er staat zelfs een gigantische stellage vol
met verlichting. Hier is vanavond vast iets te beleven! We zien de zon langzaam
zakken. Het sfeertje is hier heel gezellig, er zijn veel mensen met kinderen.
We overleggen even wat we straks willen eten. Het is zo druk overal dat we
besluiten om op tijd naar een restaurant te gaan. Via Tripadvisor vinden we
vlakbij het plein een leuk restaurantje. De tijd tussen binnen komen en het
eten duurt Mats opnieuw te lang. Hij moppert en is boos. Terwijl Stan
spelletjes speelt op de kidizoom wil Mats niets, nou ja hij wil zijn
kipnuggets. Hij krijgt ze uiteindelijk en smult er lekker van, net als Stan die
zijn hele bord leeg eet. Ook onze gerechten zijn prima en na het eten wandelen
we terug naar het plein.
Het is nu
helemaal donker en de lampionnen en de verlichting in de stellage branden. Op
het plein is het nog drukker en vooral op de weg is het een gekkenhuis. Wegen
zijn afgesloten en we zien enorm veel tuktuks. Op het plein lopen verschillende
verkopers van troep, waaronder lichtgevende katapultjes. Ze zien er vrij
onschuldig uit en Stan mag er een paar kopen. Even later hebben we blauwe
vingers en duimen door het verkeerd gebruik van de katapult. Maar iedere keer
dat het pijltje een paar meter de lucht in gaat is een overwinning. Bij de
tempel op de hoek zien we wat activiteit. De boeddhisten vormen een ketting van
mensen die de offers van de tempel naar een boeddha beeld in een ander
tempeltje brengen. Ondertussen wordt er volop gebeden. Er zijn heel veel offers
en jonge en oude mensen raken ieder bakje en mandje met eten of bloemen even
aan. Als dat is afgelopen is het na 7 uur en lijkt het festival afgelopen te
zijn. Het is veel minder druk en we zien mensen naar de tempels lopen. We
bellen onze tuktuk chauffeur en spreken af bij de ingang van het fort. Als we
hierheen lopen, zien we waar alle mensen zijn gebleven. Achter het boeddha
tempeltje is een gigantische eettent en er staan honderden mensen in de rij
voor het eten. Aha, daarom was het niet druk in de restaurants...
We lopen naar de
ingang van het fort, langs nog meer prachtige koloniale gebouwen. Onderweg zien we ongelooflijk veel tuktuks en
andere vervoersmiddelen. Alles is uit de schuur gehaald om mensen naar het
festival te brengen, de ene tuktuk is nog gammeler dan de andere. Ook rijden er
diverse pick-ups en zelfs koelwagens vol met mensen langs. Op de afgesproken
tijd zijn we bij de ingang, maar onze tuktuk is er nog niet. Na 10 minuten belt
Christiaan hem toch maar even met alleen maar ‘I’m on my way’ als antwoord. Wij
zitten hier prima naast de toegangspoort van het fort. Het is een grote optocht
aan tuktuks en alles wat vooruit gaat. Het is onmogelijk om met woorden te
beschrijven wat een indruk dit maakt. We vermoeden dat er nog een uitgang was
van het fort, want er gingen zo ontzettend veel tuktuks in en er kwamen
nauwelijks lege terug. We staan nog een half uurtje te wachten en dan is onze tuktuk
er eindelijk. Hij heeft een kennis met tuktuk meegenomen en we stappen weer in.
Onze tuktuk moet
even aangeduwd worden, hiervoor zijn gelukkig snel mensen gevonden. Het is
overal zo ontzettend druk op straat dat de tuktuk chauffeur niet kan
doorrijden. Eigenlijk is de weg van Galle naar Unawatuna een grote optocht
langs alle verlichting. Wij vinden het prachtig om te zien. De tuktuk van
Christiaan en Stan neemt een andere, snellere route, maar onze chauffeur rijdt
zoals beloofd langs alle versiering. Er lopen op sommige plekken heel veel
mensen op straat en de 2-baans weg wordt ingenomen door 6 rijen tuktuks en
scooters. Overal wordt getoeterd en het is een wonder dat er niemand botst.
Meter voor meter leggen we de route af. Heen deden we er 10 minuten over, terug
ruim 45 minuten. De tuktuk chauffeur baalt duidelijk en nu we de files zien, snappen
we niet dat hij niet heeft gezegd dat we beter een andere tuktuk konden nemen.
Onze tuktuk slaat nog een keer af maar opnieuw worden we weer snel aangeduwd.
De chauffeur van Christiaan en Stan raakt de weg kwijt en daarom staan ze een
kwartier op ons te wachten. Uiteindelijk wijs ik zelf maar de weg naar het
hotel, de chauffeurs hebben duidelijk geen idee. Rond 9 uur komen we aan bij
het hotel.
Ohja, er is toch een groot verschil tussen kerst en de verjaardag van Boeddha. Er wordt namelijk geen drank geschonken... pas in het hotel kunnen we een biertje en cocktail bestellen. Die smaken prima! De kinderen worden nu wel wat vervelend en we nemen de drankjes mee naar de kamer. Als de jongens om 10 uur in bed liggen, zitten wij nog een paar uur voor de kamers op het balkon. De temperatuur is heerlijk, hier zijn we snel aan gewend! Wat een bijzondere dag was dit, vooral door de spontane activiteiten, fantastisch om dit festival bij te mogen wonen! Gefeliciteerd boeddha :)
Mijn wekker staat
op vakantie tijd: 9 uur. Anders wordt het ontbijten wel een haastklus. Opnieuw word
ik net voor de wekker wakker. Ik pak alvast een koffer opnieuw in en hijs de
kinderen in hun zwemkleding. De jongens mogen kiezen tussen strand en zwembad
en willen bij het zwembad blijven. Lekker makkelijk, dat scheelt een hoop zand!
Het ontbijt smaakt opnieuw prima. Na een flinke insmeerbeurt gaan we naar het
zwembad. De jongens duiken meteen het koude water in en wij relaxen naast het
zwembad. Af en toe koelen we af in het water, maar ik vind het water echt te
koud om lang te zwemmen. M’n moeder leest de krant en ik type een blogje.
Ondertussen krijgen we een paar lekkere vruchtensapjes geserveerd en zo gaat de
ochtend snel voorbij.
We hebben om half
2 een taxibusje geregeld en lunchen daarvoor met een tosti van het hotel. De
apen laten zich nog heel even zien, maar maken er gelukkig niet zo’n puinhoop
van als twee dagen geleden. Exact om half 2 worden de spullen in het busje
geladen en gaan we op weg naar Deniyaya, een dorpje bij het Sinharaja
regenwoud. De dame van het hotel zei dat de transfer anderhalf uur zou duren,
wat ik voor ruim 80 km best een uitdaging vind. We doen er uiteindelijk 3 uur
over. We beginnen met een tankstop van bijna een half uur, door de
festiviteiten is het bizar druk. Ook zijn er allerlei activiteiten langs de
route om te vieren dat Boeddha jarig was. Onze route gaat van het strand de
bergen in en we passeren rijstvelden, theeplantages, honderdduizenden palmbomen
en bamboe. We krijgen nauwelijks de tijd om van de mooie uitzichten te
genieten, de buschauffeur scheurt lekker door. Uiteindelijk zien we ook wat
oudere bomen: het regenwoud.
Eigenaar Dambula
van Sinharaja Eco Villa wacht ons op voor zijn huisje. Zijn hotel is heel
simpel, de kamers zijn qua grootte en luxe het tegenovergestelde van het vorige
hotel, maar het voldoet. We kletsen met Dambula, leggen wat spullen op de kamer
en kijken even rond. In de tuin staan diverse tropische planten en we zien wat
vogeltjes vliegen. De lucht wordt steeds dreigender en als het begint te
regenen, barst het echt los. De regen komt met bakken uit de lucht en een paar
flinke onweersklappen maken het plaatje compleet. Tegen de tijd dat het droog
wordt, is het al donker. Zodra de bui over is barst het geluid in de tuin los,
we horen heel veel kikkertjes. Met de zaklamp kunnen we er een paar vinden, de
jongens zoeken enthousiast mee.
Even later wordt
de rijstmaaltijd geserveerd, dit smaakt prima. Na het eten gaat Stan direct
weer op kikkerjacht en we helpen hem de hele tuin door. Mats is er al snel
klaar mee en wil naar binnen. Daar gaan we douchen en dan leggen we de kinderen
in bed. Omdat de kamer nogal klein is met 2 dubbele (smalle) bedden, leggen we
de jongens samen in een bed. Dat is helaas geen succes en na een half uur mag
Stan een bed opschuiven. Wij zullen ook niet heel laat naar bed gaan, morgen
gaat de wekker al vroeg! Om half 8 ontbijt en daarna gaan we met Dambula
wandelen in het regenwoud. We zijn benieuwd wat voor moois we daar kunnen zien!
Dag 5 - Sinhajara regenwoud wandeling met de kids
Oei, wat ging de
wekker vroeg deze morgen! Om half 8 was het ontbijt gepland dus om 7 uur werden
we gewekt. Dat viel even tegen na twee dagen uitslapen. Tegen 8 uur werd het
ontbijt geserveerd, een lekker eitje met toast. We gaan vandaag een wandeling
maken door het Sinharaja regenwoud, het laatste regenwoud van Sri Lanka. Ik kon
hier weinig informatie over vinden en durf een bezoek zonder gids niet aan.
Daarom slapen we bij Dambula, hij schijnt één van de beste gidsen te zijn. Ik
heb met hem afgesproken dat we een privé tour doen, zodat we met de kinderen
zelf het ritme kunnen bepalen. Ik dacht dat we een ochtend-tour zouden doen,
maar nu vertelt hij dat er lunch pakketten mee gaan. We zien wel wat de dag ons
brent!
Het duurde lang
voordat de lunchpakketten klaar waren, maar voor 9 uur zaten we in
jungle-wandel-outfit in een busje met de ramen open. Het ritje van 13 kilometer
duurde wel even, er werd even gestopt voor wat fruit en hier en daar een
praatje gemaakt. Ook wees Badula ons op wat interessante plekken en dieren. In
een klein dorpje vlakbij het regenwoud werd de bus geparkeerd. Wij mochten gaan
lopen. In de volle zon, bloedheet natuurlijk, liepen we langs rijstvelden waar
mensen hard aan het werk waren.
We passeerden theeplantages waar blaadjes geplukt werden en keken rond bij een schooltje waar de kindjes heel rustig stil zaten. Langs de route stonden allerlei vruchtenbomen met heerlijk geurende bladeren. Het uitzicht op de jungle werd steeds mooier. Wat was het heet... maar wel mooi!
We passeerden theeplantages waar blaadjes geplukt werden en keken rond bij een schooltje waar de kindjes heel rustig stil zaten. Langs de route stonden allerlei vruchtenbomen met heerlijk geurende bladeren. Het uitzicht op de jungle werd steeds mooier. Wat was het heet... maar wel mooi!
Het duurde bijna
een uur voordat we bij het regenwoud aankwamen. Het bezoekerscentrum stelde
helemaal niets voor, maar we konden er wel even zitten en wat fruit eten. In de
schaduw was het iets koeler, maar het was natuurlijk lekker klam. We verruilden
het grindpad voor een modderpad met hier en daar een rots of boomwortel, even
beter opletten dus. De jongens liepen allebei lekker mee. Ze vertrouwden Badula
inmiddels volledig en vooral Stan liep liever een meter achter de gids dan bij
ons aan de hand. Vanaf de parkeerplaats liep er al een hond met ons mee, ook
dit ging prima met Stan en Mats. Tegen lunchtijd werden de jongens wel wat moe
en vervelend. Maar Badula verzon dan weer iets grappigs, zoals varens waarmee
je kan stempelen op kleding, varens die dicht gaan als je ze aait en aapje
spelen aan de liaan.
Via een wiebelende
hangbrug kwamen we bij een ander bezoekerscentrum, waar we nog wat fruit aten.
Badula gaf aan dat we nog 45 minuten moesten lopen naar de waterval waarvan hij
dacht dat ik deze wilde bezoeken. Ik wilde vooral een mooie wandeling maken, de
waterval maakte mij nu niet zoveel meer uit. Nog drie kwartier verder lopen
vonden we nu echt te gek worden. Mats, Stan en oma werden wel wat moe en we
moesten dezelfde weg ook weer terug. Het alternatief was nog een kwartier lopen
naar een zwemplaats in de rivier met wat rotsen. Dat kunnen we aan de kinderen
prima verkopen als een waterval en dus trokken we de tassen weer op de rug en
wandelden verder. Terug over de wiebelbrug en verder het bos in.
Mats vond het
bos wel erg lang, hij wilde niet meer. Gelukkig kwamen we, net voor hij
volledig instortte, aan bij de zwemplaats. Een prachtige plek, midden in de
natuur, waar een groep Fransen en een paar locals aan het zwemmen waren. Dat de
locals zich volledig insopten voor ze gingen zwemmen vond vooral Mats erg gek.
De stroming was sterk, dus de kinderen konden alleen met ons in het water.
Ondertussen aten we ook de koude rijst met pittige curry als lunch op, gelukkig
hadden we voor de kinderen nog een ontbijtkoek en wat watermeloen. Stan werd nog even aangevallen door een vlinder, helemaal panisch was hij voor de prachtige fladderaar die zijn pak wel mooi vond.
Na de
verfrissende duik gingen we vol goede moed op weg terug naar de bus. Mats
stortte nu echt helemaal in, zijn korte pootjes wilden niet meer. Bij
Christiaan op zijn nek zei hij dat hij wilde slapen, dat is niet zo handig.
Gelukkig hield hij zijn ogen open en konden we een stukje lekker doorlopen.
Stan liep nog vrolijk mee, totdat hij doorkreeg dat Mats werd gedragen. Dat
wilde hij natuurlijk ook, maar daarvoor is hij echt te zwaar geworden. Hij
mocht met Badula voorop lopen en hield het gelukkig wel vol. Na een dextrootje
was Mats ook in staat om weer een stukje te lopen. Badula bracht ons nog bij
een andere waterval, ook een mooi plekje!
We waren allemaal
blij dat we weer bij het bezoekerscentrum waren, het bos weer uit. We hadden op
de heenweg wat tuktuks zien staan in een dorpje vlakbij het bezoekerscentrum en
zagen dat wel als een goede optie om terug bij de bus te komen. We stopten even
bij een soort winkeltje, waar we een koud drankje namen. Badula regelde twee
tuktuks en zo kwamen we toch met twee blije kinderen weer bij de bus. We hebben
een kilometer of 8 gewandeld met Badula, heuvel op en heuvel af, dus dat voelen
onze ongeoefende benen wel!
Op de heenweg
wees Badula ons op een theefabriekje en terug in de bus vroeg hij of we dit
wilden bekijken. Weer enigszins bijgekomen in de tuktuk en bus konden we dit
wel aan. De bus bracht ons nog net niet helemaal naar binnen. Bij de ingang
kregen we een setje schoenbeschermers en een haarkapje. We konden al even
binnen kijken in de fabriek. Hier waren allemaal vrouwen met een haarmutsje op
bezig met het sorteren van theeblaadjes. Mats was er volledig van overtuigd dat
dit Zwarte Pieten waren. Voorzien van schoen- en haarbescherming en zonder
fotocamera mochten we de fabriek betreden. We liepen naar boven waar de vers
geplukte theeblaadjes worden gedroogd en verder van het takje geplukt. In een
paar stappen wordt het vochtgehalte van de theeblaadjes terug gebracht tot 80%
en dan mogen ze naar beneden. Hier worden de theeblaadjes gefermenteerd in
ketels en dan verhit tot 120 graden. Nu krijgen de theeblaadjes het uiterlijk
van de theeblaadjes zoals wij die kennen. Hierna volgen de stappen van het
sorteren. Met oude sorteermachines worden de theeblaadjes in diverse stappen
van elkaar gescheiden.
Wij vonden de
fabriek erg ouderwets, het deed mij vooral aan de bamboe fabrieken in China
denken. Veel vrouwelijke medewerkers en eentonig en zwaar werk. Er stond wel
een nieuwe sorteermachine, die op basis van kleur de blaadjes sorteert, dus in
de toekomst zullen de oude sorteermachines vervangen worden. Maar dit is een
kostbaar traject. De stappen tot het verhitten zijn in een paar uur klaar, maar
de theeblaadjes hebben nog wel een paar dagen nodig om via de huidige
sorteermachines in de uiteindelijke zak te komen voor de export. Vanuit deze
fabriek wordt vooral geëxporteerd naar Japan en China. Uiteraard kregen we aan
het einde van de rondleiding een kopje thee aangeboden, die ontzettend bitter
smaakte. We hebben dus geen pakje thee gekocht als souvenir, maar vonden het
erg leuk om dit proces ook eens te zien! We zijn nog een aantal theefabrieken
tegen gekomen tijdens de reis. We zijn Dabula dankbaar dat hij ons deze fabriek
heeft laten zien, die niet zo toeristisch en drukbezocht was zoals de vele
anderen.
Om een uur of 4 was de ochtendtour echt afgelopen en we reden terug naar het hotel. Toen ik Badula vroeg waarom de gebitten van veel Sri Lankanen zo vies rood zijn, werd er gestopt bij een klein winkeltje. Hij kreeg een pakketje bladeren voor een paar muntjes. In de bladeren zaten een paar stukken gedroogd palmhart (voor zover ik het kon begrijpen). De Sri Lankanen kauwen op het palmhart en eten ondertussen de bladeren op. De eerste hap ging nog wel, maar na een paar keer goed kauwen ging ik bijna over m’n nek van de bittere smaak. Zo vies! De blaadjes heffen de bittere smaak enigszins op, maar ik had echt een pepermuntje en wat water nodig om weer een normale smaak in mijn mond te krijgen. ‘Mama, waarom eet je blaadjes?’ Uhm ja, je moet alles een keer proberen? Badula zei dat het niet hallucinerend werkt, maar mijn tong en gehemelte voelden verdoofd aan. Ook voelden mijn tanden alsof ik een bord verse spinazie op had, dit kan niet goed voor je zijn!
Terug bij het
hotel waren we allemaal best gaar. We bestelden een drankje en namen een
verfrissende douche, voordat we een uitgebreide rijsttafel kregen. Christiaan
en ik hebben nog even een blik in de keuken geworpen. We waren van harte welkom
en het was interessant om te zien hoeveel werk het is om de curries te maken! Badula’s
vrouw was een paar uur bezig om ons van een curry maaltijd te voorzien. Met 5
verschillende curries smaakte de rijst nog lekkerder dan gister. Vooral de
milde kip curry smaakte erg goed! Badula kwam nog even kijken of het allemaal
smaakte en legde uit wat we eigenlijk aan het eten waren: een pittige kip-curry, een zoete pompoen
curry, een dal-knoflook curry, een koude ‘onkruid’-curry en een milde
Jack-fruit curry die dus helemaal geen kip bevatte. Christiaan, onze
fruithater, die een fruitcurry als favoriet aanwijst, wie had dat nou
verwacht... Maar ik zag er ook echt kip in, ook na de uitleg van Badula. De
vezelstructuur lijkt veel op kipfilet, alleen aan de zaadjes merk je echt dat
het geen kip is. En met een beetje curry kruiden smaakt alles lekker :)
Tijdens het eten stortte Mats helemaal in, hij was bekaf. Toch wilde hij ook nog kikkers zoeken. Dit lukte gelukkig vrij snel, dus gingen we om 8 uur naar onze slaapkamer om de jongens in bed te leggen. Gisteravond lagen ze te kletsen en duurde het ruim een half uur tot ze gingen slapen, deze avond vroeg Stan na een paar minuten of wij wat stiller wilden doen. Het hotel is heel gehorig, dus de jongens konden alle gesprekken horen. Wij hebben nog even wat foto’s bekeken en contact gehad met het thuisfront. Niet alleen onze benen zijn moe geworden van de wandeling, dus we lagen op tijd in bed.
Dag 6 - Boeddha in een grot en genieten aan het
strand
De volgende ochtend
gaan de ogen maar met moeite open. De nacht was warm zonder airco. Honden die
langs onze kamer liepen en blaften wekten ons veel te vroeg. Om 8 uur gingen we
ontbijten en daarna werden de koffers in een busje geladen. We namen afscheid
van Badula en zijn familie en reden weer terug naar de kust. Een broer van
Badula bracht ons weg. Hij heeft een oud busje zonder airco, maar met de ramen
open valt het mee met de warmte. Het grootste voordeel van het oude busje is de
versnellingsbak in plaats van een automaat, hierdoor rijden we veel relaxter
door de bergen!
Onderweg
bezochten we de Mulkirigala Rock Temple. Inderdaad, een tempel in en op een
rots. Met de wandeling van gister nog in de benen, werd dit best een uitdaging.
Met een graad of 30 en nauwelijks wind was het best warm voor een wandeling
over 430 trappen. Wilden we dit echt? Na de eerste twee flinke trappen besloot
mijn moeder niet verder mee naar boven te gaan. Onder het mom van ‘nu we er
toch zijn’ besloten wij in ieder geval tot het eerste terras te lopen om een
paar grottempels te bekijken. De jongens gaan redelijk fit omhoog, het einde
van de eerste trap is al snel in zicht. Maar helaas, dan zijn we pas op de
helft. Mats z’n korte pootjes beginnen als eerste op te geven, maar hij bereikt
het terras mooi wel. Het zweet gutst van ons af, wat een hitte.
We worden beloond met een paar prachtige grottempels vol liggende, zittende en staande boeddha’s. ‘Boeddha ligt in bed, maar ze heeft haar ogen open’, aldus Mats. Ook Stan is onder de indruk, vooral door de grote voeten. De jongens stellen bijzondere vragen: ‘is boeddha nep? Was hij echt jarig? Woont boeddha in een berg?’ Het is in de grot iets koeler dan buiten, dus we blijven rustig rondkijken tot we weer zijn bijgekomen. We krijgen nog een armbandje met ‘good karma from boeddha’ en dan keren we weer terug. We kunnen nog een paar terrassen bekijken, maar het zweet gutst bij al van ons lijf, dus dat is geen goed idee.
De trap naar beneden is vooral voor Mats een uitdaging, maar tussen ons in loopt hij dapper mee. Oma zit lekker op een bankje te lezen en heeft een handdoekje en water klaar liggen. Als we weer helemaal beneden zijn, drinken we een drankje van een straatverkoopster. Mats rent iets te snel voor ons uit naar de bus. Zo bereikt hij als eerste de straatverkopers naast de bus. Ze tillen hem op en willen hem knuffelen, ‘ah cute baby’. ‘Ik ben geen baby meer’ zegt hij snikkend voor hij zich huilend in mijn armen stort. De straatverkopers snappen er niets van.
We worden beloond met een paar prachtige grottempels vol liggende, zittende en staande boeddha’s. ‘Boeddha ligt in bed, maar ze heeft haar ogen open’, aldus Mats. Ook Stan is onder de indruk, vooral door de grote voeten. De jongens stellen bijzondere vragen: ‘is boeddha nep? Was hij echt jarig? Woont boeddha in een berg?’ Het is in de grot iets koeler dan buiten, dus we blijven rustig rondkijken tot we weer zijn bijgekomen. We krijgen nog een armbandje met ‘good karma from boeddha’ en dan keren we weer terug. We kunnen nog een paar terrassen bekijken, maar het zweet gutst bij al van ons lijf, dus dat is geen goed idee.
De trap naar beneden is vooral voor Mats een uitdaging, maar tussen ons in loopt hij dapper mee. Oma zit lekker op een bankje te lezen en heeft een handdoekje en water klaar liggen. Als we weer helemaal beneden zijn, drinken we een drankje van een straatverkoopster. Mats rent iets te snel voor ons uit naar de bus. Zo bereikt hij als eerste de straatverkopers naast de bus. Ze tillen hem op en willen hem knuffelen, ‘ah cute baby’. ‘Ik ben geen baby meer’ zegt hij snikkend voor hij zich huilend in mijn armen stort. De straatverkopers snappen er niets van.
We stappen weer
in de bus voor het laatste uurtje naar Tangalle. We waren van plan om onderweg
te gaan lunchen, maar als Mats in slaap valt vraag ik de chauffeur om door te
rijden naar het hotel. Net als de vorige chauffeur houdt hij lang vol dat hij
het hotel wel weet te vinden, maar dat valt tegen. Raar dat ze hier nauwelijks
Google Maps gebruiken, terwijl het feilloos werkt. Na 2 keer bellen en 3 keer
iemand onderweg vragen, weet hij het juiste paadje te vinden. We hobbelen nog 2
kilometer over een onverharde weg en dan bereiken we het resort.
Het Seven Turtles
Resort ligt buiten de bewoonde wereld aan het strand. Het is een mooi klein
hotel met maar 10 kamers, maar wel met een zwembad en restaurant. Als we de
kamers hebben bekeken, gaan we eerst lunchen. Het is al kwart voor 2 als we
eindelijk lunch bestellen, waar we nog een uur op moeten wachten. Helaas voor
ons is er net door twee grotere groepen lunch besteld en het tempo ligt hier
extreem laag. De eigenaar verontschuldigt zich, er zijn medewerkers op
vakantie. Mats is redelijk overstuur en heeft echt honger. Wat een opluchting
als eindelijk een pannenkoek wordt geserveerd. Onze clubsandwiches smaken
prima, maar morgen lunchen we ergens anders. Direct na de lunch wordt mij
gevraagd om het diner alvast te kiezen, zodat ze dat wel op tijd kunnen
serveren. Ik bestel verschillende gerechten om te voorkomen dat we ‘s avonds
weer zo lang moeten wachten. Tijdens het wachten had ik al gekeken naar
restaurantjes in de buurt, maar dat lijkt mij allemaal niets of is niet lopend
bereikbaar.
Tijdens de lunch
blijkt dat mijn moeder niet fit is, ze heeft last van haar buik en vertrekt
naar haar kamer. Wij trekken na de lunch onze zwemkleding aan en koelen af in
het zwembad. De kinderen vermaken zich ontzettend goed met z’n tweetjes en
houden het heel lang uit in het water. Als we verschrompeld zijn, gaan we naar
onze kamer. Vanaf een heerlijk groot balkon kijken we uit op het zwembad, de
bar en het strand. Echt een mooi plekje, in alle rust, maar met alles wat je
nodig hebt voor een paar dagen relaxen! Ik koos dit hotel uit omdat er een paar
kilometer verderop een schildpadden programma is, je kunt hier ‘s avonds mee
het strand op om schildpadden eieren te zien leggen. Wij hebben dit al twee
keer mogen beleven in Costa Rica, maar mijn moeder heeft het nog nooit gezien.
Doordat ze niet fit is, heeft ze de schildpadden niet bezocht, maar we zitten
hier toch helemaal prima!
Het eten ‘s avonds wordt verrassend snel geserveerd. Mijn moeder is in haar bed gebleven. De kip die ik voor haar besteld heb, valt in goede aarde bij Mats. De jongens krijgen pasta met kaas en dat smaakt ze prima. Mijn tonijnsteak is misschien wel de lekkerste die ik ooit heb gegeten! Na het eten komt de ober bij ons. Hij vertelt dat er schildpaddeneieren begraven zijn en dat er een kans is dat de baby schildpadjes vanavond uit komen. We zouden hier nog een uur voor moeten wachten. Dit is wel haalbaar met de jongens en we bestellen een beker ijs om ze nog even bezig te houden. De beker is in no time leeg en Stan en Mats willen meer. Stan gaat zelf bij de ober een nieuwe vragen, zijn verlegenheid verdwijnt als hij iets echt wil. Zijn bestelling in het Engels lukt, maar eigenlijk hoeft hij geen ijs meer. Nu hebben Christiaan en ik ook nog iets.
Dag 7 – Tangalle bezoeken met de tuktuk
Vanmorgen werd
Mats al vroeg wakker. Vanuit zijn tentje riep hij dat zijn deken kwijt was. Ook
met zijn lakentje over zich heen gaat hij niet echt meer slapen. Even later
roept hij weer en om even na 7 uur neem ik hem maar mee in ons grote bed.
Helaas is het dan voorbij met de rust, hij wil helemaal niet meer slapen, hij
wil spelen. Jammer dat de jetlag alweer voorbij is. Stan slaapt bij mijn moeder
en komt even na 8 uur onze kamer inlopen, net wakker. We kleden ons aan en gaan
naar het ontbijt. Mijn moeder gaat wel mee, maar honger heeft ze niet. Het gaat
wel ietsje beter dan gister en na het ontbijt gaan we zwemmen. Het is bewolkt
en minder heet dan gister, heerlijk! Na een uur vinden we het wel weer mooi
geweest en dan gaan we snel douchen.
De jongens willen
niet naar het strand, Mats vindt de hoge golven zelfs eng, dus besluiten we om
voor de lunch naar het stadje Tangalle te gaan. Het stadje is maar twee
stranden verderop, maar via een omweg in 20 minuten te bereiken. Mijn moeder
blijft in het hotel, zij voelt zich nog niet fit. We twijfelen even of we Mats
ook niet beter in het hotel kunnen laten, hij is huilerig en duidelijk moe.
Maar hij wil zelf met ons mee en niet naar bed, dus stappen we met z’n vieren
in een Tuktuk. Mats bij mij op schoot en hij valt al snel in slaap. We rijden
eerst naar een apotheek, de jongens hebben allebei diverse plekken op hun huid
met warmte uitslag of andere irritatie. Hier koopt Christiaan met Stan een
zalfje voor en dan laten we ons naar een restaurant brengen.
De tuktuk chauffeur
brengt ons naar een afgelegen restaurant aan het strand. Het ziet er niet heel
bijzonder uit en er zit verder niemand. Maar ‘good food’ en het tijdstip van
half 2 overtuigen ons om hier te gaan lunchen. Dit is geen slechte keuze want
de pizza’s smaken erg lekker en gaan helemaal op. Ondertussen horen we onweer,
terwijl de lucht niet echt veranderd is. Nou ja, vanuit het restaurant gezien
dan. Als we weer naar de tuktuk lopen, zien we een pikzwarte lucht achter het
stadje, daar regent het duidelijk al!
We willen nog wat
dingen kopen en de chauffeur weet waar we moeten zijn. We rijden dwars door het
bedrijvige stadje. Als hij stopt voor een winkel met petjes (en heel veel
andere zooi) roept hij ‘hurry, rain will come soon!’ terwijl wij uit de tuktuk klimmen.
In sneltreinvaart kiezen we 3 petjes uit en terwijl Christiaan betaalt, loop ik
de winkel alvast uit. Er staat een tuktuk voor de winkel en ik zie pas op het
laatste moment dat dit niet de onze is. Hè, maar waar is onze tuktuk dan? Ik
sta even te wachten en haal de kinderen alvast uit de winkel, maar kan onze
tuktuk niet vinden. Pas als Christiaan er ook is, komt de chauffeur aangelopen.
Hij is aangehouden door de politie omdat hij niet voor deze winkel stil mocht
staan. In Sri Lanka staan de tuktuks altijd en overal, zelfs op de meest onmogelijke
plaatsen, dus dit is een beetje vreemd. We hebben nog nauwelijks politie
agenten in functie gezien in Sri Lanka en dachten dat zo ongeveer alles mocht.
De politieagent
heeft een stalletje in de markt. Terwijl de chauffeur probeert zijn rijbewijs
terug te krijgen, kunnen wij een watermeloen kopen voor morgen. De chauffeur
krijgt zijn rijbewijs niet terug. Hij moet eerst naar het politiebureau om 1000
roepies (5 euro) te betalen en met het betalingsbewijs krijgt hij zijn
rijbewijs weer terug. Hij wil ons eerst terugbrengen naar het hotel, volgens
mij omdat het noodweer eraan komt. Hij moet toch terug naar Tangalle om zijn
dochter van school te halen. Wij vinden dit prima, alleen snapt Stan niet dat
je zonder rijbewijs nog steeds in een tuktuk kan rijden. Als we wegrijden
spettert het al en als we het stadje uitrijden barst het noodweer los. De tuktuk
kan enigszins afgesloten worden met tentzeil, maar de regen slaat evengoed naar
binnen. Wij verwachten dat het bij het hotel ook wel noodweer zal zijn, maar
even later rijden we over een droge weg. We nemen de regen wel mee, want als we
aankomen bij het hotel barst het daar ook los. Als ik de chauffeur vraag wat
dit ritje kostte, verbaas ik mij over de lage prijs. Nog geen 10 euro voor een
uur rijden en uren op ons wachten. We betalen ook maar zijn boete en een beetje
fooi, dit was weer een leuk middagje. Als ik bij onze kamer kom, heeft Stan het
verhaal over de politie al aan oma verteld.
We drinken weer
wat op ons balkon tot het stopt met regenen. Stan en ik gaan een stukje
wandelen over het strand en Mats gaat met oma nog even een tukkie doen. Nou ja,
hij gaat mee naar oma’s kamer. Als Stan en ik nog geen half uur later terug
zijn, komt Mats vrolijk terug. Hij heeft even met oma gekletst. We doen een spelletje
en dan wil Stan heel graag nog een keer zwemmen. Nu kan het nog, in de volgende
hotels hebben we geen zwembad.
Dus vooruit, zwembroeken weer aan en gaan. We blijven erin totdat het bijna donker wordt. Dan douchen we snel en trekken schone kleren aan voor het diner. Mijn moeder gaat nu wel mee eten. De jongens eten weer lekker pasta. Christiaan spuugt nog net niet zijn ananas uit. Oeps, dat stond niet bij zijn kipgerecht op de kaart... Mijn curry met garnalen is onwijs lekker, alleen jammer dat de rijst nog bijna rauw is. Bij het afruimen zeg ik tegen de ober dat de rijst niet lekker was, veel te hard. Binnen een paar minuten staat er een andere medewerker (de kok?) aan tafel om uit te leggen dat dit basmati rijst is en zo hoort. Nou uh... zo hard? Maar het is goed bedoeld en ik bedank hem voor de heerlijke curry.
Dus vooruit, zwembroeken weer aan en gaan. We blijven erin totdat het bijna donker wordt. Dan douchen we snel en trekken schone kleren aan voor het diner. Mijn moeder gaat nu wel mee eten. De jongens eten weer lekker pasta. Christiaan spuugt nog net niet zijn ananas uit. Oeps, dat stond niet bij zijn kipgerecht op de kaart... Mijn curry met garnalen is onwijs lekker, alleen jammer dat de rijst nog bijna rauw is. Bij het afruimen zeg ik tegen de ober dat de rijst niet lekker was, veel te hard. Binnen een paar minuten staat er een andere medewerker (de kok?) aan tafel om uit te leggen dat dit basmati rijst is en zo hoort. Nou uh... zo hard? Maar het is goed bedoeld en ik bedank hem voor de heerlijke curry.
We spelen nog een
spelletje na het eten en gaan dan naar de kamer. Na nog een spelletje is het
voor de jongens bedtijd. Mats leest ons zijn boek voor, dit kent hij inmiddels
uit zijn hoofd. Nog even tanden poetsen en wat zalf smeren en ze gaan heerlijk
slapen. Wij drinken nog een kop koffie op het balkon en maken het ook niet
laat.
Dag 8 – naar dokter en eindelijk weer olifanten
Helaas begint de
vrijdagochtend niet zo goed als ik wilde. Mijn moeder is nog steeds niet fit en
de nacht is ook niet goed verlopen. Op advies van de hoteleigenaar gaan we naar
een privé kliniek. Terwijl Christiaan de kinderen klaar maakt voor het ontbijt,
regel ik een tuktuk naar Tangalle. M’n moeder en ik rijden er in 20 minuten
heen, maar helaas zijn we op het verkeerde adres. We geven nogmaals aan dat we
naar het private hospital willen en dan brengt de tuktuk ons naar het gewone
ziekenhuis. Hier zijn we zeker verkeerd. Wat een chaos en armoede! We rijden
weer weg en gelukkig zie ik iets verderop het logo van de juiste kliniek. We
hoeven niet lang te wachten en na een kort gesprekje met een dokter krijgt m’n
moeder 5 medicijnen voorgeschreven. Kost wel 3 euro, naast de 10 euro voor het
consult. Toch bijzonder dat het kan voor die prijs, nu maar hopen dat het snel
helpt!
We tuktukken
terug naar het hotel waar we nog een ontbijtje krijgen. Christiaan en de
kinderen zijn inmiddels omgekleed en klaar om te gaan zwemmen. We mogen
gelukkig een kamer houden tot we om half 2 worden opgehaald, dus we kunnen
rustig nog even zwemmen, op het balkon genieten van het mooie uitzicht en onze
watermeloen opeten. al voor half 2 staat de bus klaar. We laden de koffers in.
Het is nog geen 2 uur rijden naar het hotel bij Udawalawe Nationaal Park.
We rijden van dorpje naar dorpje over hele rustige wegen en het landschap is weer prachtig. De chauffeur is geregeld door het hotel, dus we hoeven dit keer gelukkig niet te zoeken. Max Safari Villa is een soort luxe homestay. Max is de regelaar, zijn ouders koken en zijn continu aanwezig en hij heeft nu 3 kamers. Met airco, gelukkig, want het is echt bloedheet. Er worden twee bungalows bijgebouwd en Stan en Mats kijken rustig toe hoe er hard gewerkt wordt.
We rijden van dorpje naar dorpje over hele rustige wegen en het landschap is weer prachtig. De chauffeur is geregeld door het hotel, dus we hoeven dit keer gelukkig niet te zoeken. Max Safari Villa is een soort luxe homestay. Max is de regelaar, zijn ouders koken en zijn continu aanwezig en hij heeft nu 3 kamers. Met airco, gelukkig, want het is echt bloedheet. Er worden twee bungalows bijgebouwd en Stan en Mats kijken rustig toe hoe er hard gewerkt wordt.
We bespreken ons
plan voor deze dagen met Max, hij adviseert ons om vandaag nog naar de Elephant
Transit Home te gaan. Dit olifanten opvang centrum is het enige centrum in Sri
Lanka waar wees-olifantjes worden opgevangen. De olifantjes leven in de jungle
en komen 5 keer per dag melk drinken in het Transit Home. Rondom deze
voedertijden kun je het centrum bezoeken. We wandelen er op tijd heen en eten
een ijsje. Het centrum gaat helaas echt pas open als het voedertijd is, dus we
moeten nog even wachten. Het is helemaal niet druk, we zijn maar met een stuk
of 15 andere toeristen. Na het betalen van de entreebewijzen gaan we op een
soort tribune zitten. Hiervandaan hebben we prima zicht op de olifanten die in
groepjes van 4 worden toegelaten tot de melkafgifte. Daarna eten de olifanten
wat vers gesneden bladeren. Als alle olifanten melk hebben gehad, worden ze
weer weggejaagd. Het duurt maar een half uurtje, maar het is leuk om de
olifanten zo te zien. Aangezien de wandeling naar het centrum toch best lang
bleek te zijn, nemen we terug een tuktuk.
Terug bij het
hotel is er nog net tijd om te douchen, voordat het eten wordt geserveerd; een
Sri Lankaans rijstbuffet. De kinderen en m’n moeder eten wat rijst met fruit en
Christiaan en ik eten van alles een beetje. Het smaakt wel goed, maar het eten
wordt bijna koud opgediend. Dit is hier heel normaal maar waar wij kunnen er
niet aan wennen. Na het eten brengen we de kinderen naar bed omdat we er morgen
weer vroeg uit moeten. Wij blijven nog even kletsen met een Spaans stel die
vooral benieuwd zijn hoe het is om met kleine kinderen te reizen. Dit zijn altijd
leuke gesprekken!
Deze morgen ging
de wekker extreem vroeg. Om 5 uur werden we wakker. Gelukkig was mijn moeder
genoeg opgeknapt om mee te gaan. We trekken warme kleren aan, het is nog best
koud! Om kwart voor 6 reden we in de safari-auto richting het Nationale Park
Udawalawe. De safari parken staan hier vooral bekend om de goede mogelijkheid
om olifanten in het wild te spotten. Verder zou het een tegenvaller zijn in
vergelijking met safari’s in Zuid-Afrika. In veel reviews wordt aangegeven dat
je vooral andere safari-auto’s ziet. Wij zien dit als een prima eerste
safari-mogelijkheid voor de kinderen. Zelf zien we vast ook iets moois. Het is
een kwartiertje rijden naar de ingang van het Nationale Park, waar Christiaan
in de rij mag voor een toegangskaart. Als we dan eindelijk op pad zijn is de
zon al helemaal op. We staan weer in een rij, de chauffeur moet ons nog
inschrijven bij het hek. En dan mogen we eindelijk echt op safari!
Al na 100 meter
zien we in de bosjes de eerste olifant. Even later rijden we tussen de
waterbuffels door, die lopen op de weg en langs de auto’s. Voor Stan en Mats
zijn dit koeien en die vinden ze prachtig. Iets verderop ligt een groep
waterbuffels in een vijver een modderbad te nemen, wat een leuk gezicht.
Gelukkig valt het met de hoeveelheid safari-auto’s wel mee. Het eerste kwartier
zien we er nog een paar en daarna nauwelijks meer. De chauffeur laat ons heel
even naar de eerste olifant kijken en rijdt dan verder naar een klein meertje.
We spotten al snel een mini-krokodil en mooie vogels.
Aan de andere kant van het water lijkt een steen te liggen, wat een dode waterbuffel blijkt te zijn. Dat ruiken we als we dichterbij komen, ongelooflijk die stank. Toch zet de chauffeur de auto stil, het is ook wel een mooi gezicht dat dode beest met een vogel erop. Als er ook een krokodil aan komt zwemmen, wordt het plaatje nog mooier. De vogel houdt de krokodil goed in de gaten en vliegt ervandoor als deze te dichtbij komt. De krokodil neemt dan genoegen met een hap dode waterbuffel. Het beest ligt al een week in het water. Als de krokodil onder water aan de buffel scheurt, is de lucht helemaal niet te harden. Maar het is wel een mooi gezicht. Ook de jongens vinden het mooi om te zien hoe de krokodil een hap koe verorbert. Als de krokodil nog een hap neemt worden we lichtelijk onpasselijk van de lucht en vragen we de chauffeur door te rijden.
We rijden nu
rustig aan een rondje door het park en zien heel veel dieren. Er leven ruim 500
olifanten en ontelbaar veel pauwen in het park. Om de haverklap zien we wel
zo’n mooie vogel in het gras of op een dode boomtak, van jong tot oud. Er
vliegen nog veel meer mooie vogeltjes in het rond, van parkietjes tot
roofvogels. We zien twee soorten apen, de schattige zwarthoofd aapjes en de
brutale makaken die op ons dak poepen.
Op verschillende plekken zien we waterbuffels en olifanten. Een uil, een neushoornvogel, een overstekend hert, iedere paar minuten is er wel iets te zien. En tussendoor is het landschap ook prachtig. Veel afwisselender dan in Zuid-Afrika, het ene moment rijd je tussen de dichte struiken of langs een meertje en even verderop is er veel minder begroeiing en kun je weer beter dieren spotten. Nee, er is geen Big 5 te vinden, maar wij vinden deze safari evengoed fantastisch!
Op verschillende plekken zien we waterbuffels en olifanten. Een uil, een neushoornvogel, een overstekend hert, iedere paar minuten is er wel iets te zien. En tussendoor is het landschap ook prachtig. Veel afwisselender dan in Zuid-Afrika, het ene moment rijd je tussen de dichte struiken of langs een meertje en even verderop is er veel minder begroeiing en kun je weer beter dieren spotten. Nee, er is geen Big 5 te vinden, maar wij vinden deze safari evengoed fantastisch!
Kers op de taart
is een viertal olifanten, waaronder een baby, die heel dicht bij de auto
blijven eten. We kunnen ze nog net niet aanraken. Een flinke flashback naar
Zuid-Afrika krijg ik bij het zien van een olifantenpiemel. In 2010 was het
Laura die hier zwaar van onder de indruk was, nu zijn het mijn moeder en Stan.
Vooral Stan vindt het reuze interessant en hij verbaast zich erover dat de
piemel ingeschoven wordt. Je moet het een keer zien, het is lastig uit te
leggen. Hierna rijden we het park weer uit, we hebben onze 4 uur makkelijk vol
gemaakt. De autostoelen achterop een terreinwagen zitten niet lekker meer, maar
we hebben allemaal een mooie ochtend gehad.
Bij het hotel
krijgen we nu een ontbijt, wat ook meteen onze lunch is. Dit smaakt erg lekker,
er zijn pannenkoekjes, roti, vers fruit en gebakken eieren. Helaas blijkt het
stroom niet te werken, er wordt ergens een transformator vervangen. Hierdoor
werkt ook de airco niet. In het park was het nog bewolkt en koel, maar na het
ontbijt gaat de zon schijnen en wordt het bloedheet. M’n moeder gaat nog even
op bed liggen en ik probeer Mats ook zover te krijgen dat we even gaan slapen.
Maar helaas, hier heeft hij geen zin in.
Als het echt te warm wordt, brengt Max ons naar een hotel in de buurt waar we kunnen zwemmen. Het is het eerste hotel van Udawalawe dat 25 jaar geleden is geopend. Daarna is er nauwelijks meer iets aan gedaan, het is een schoolvoorbeeld van vergane glorie. Er lopen tuinmannen rond, maar groot onderhoud is nodig om er nog iets van te maken. Het zwembad is voor ons net goed genoeg, het is lekker verkoelend. Vooral Mats houdt het heel lang vol in het water, er is een kinderbadje waar hij lekker in kan springen. Na een paar uur horen we de onweersklappen en lijkt de regen dichterbij te komen. We drogen ons af en kleden ons aan, om daarna met een paar tuktuks weer naar het hotel te gaan.
Als het echt te warm wordt, brengt Max ons naar een hotel in de buurt waar we kunnen zwemmen. Het is het eerste hotel van Udawalawe dat 25 jaar geleden is geopend. Daarna is er nauwelijks meer iets aan gedaan, het is een schoolvoorbeeld van vergane glorie. Er lopen tuinmannen rond, maar groot onderhoud is nodig om er nog iets van te maken. Het zwembad is voor ons net goed genoeg, het is lekker verkoelend. Vooral Mats houdt het heel lang vol in het water, er is een kinderbadje waar hij lekker in kan springen. Na een paar uur horen we de onweersklappen en lijkt de regen dichterbij te komen. We drogen ons af en kleden ons aan, om daarna met een paar tuktuks weer naar het hotel te gaan.
De regen zet niet
door en het is nog steeds bloedheet. Er is nog geen stroom. We krijgen een
beetje honger en daarom neem ik Stan mee naar een winkeltje verderop. Mats is
erg boos dat hij niet mee mag, maar ik verwacht een stukje te moeten lopen. Dan
blijkt er aan het eind van het straatje al een winkeltje te zitten. Het
vrouwtje in het mini-winkeltje vindt Stan duidelijk erg leuk, ze roept zelfs
haar kinderen erbij en knijpt hem in zijn wang waar hij verlegen van wordt. Hij
kiest wat chips en nootjes voor papa en een cake met roze bovenkant voor
zichzelf. Als we terugkomen heeft Max net drankjes en koekjes op tafel gezet,
maar Mats wil ook liever zo’n roze cake. Dus daar ga ik opnieuw met een kind
naar het winkeltje. Met nog een zak chips en een cakeje gaan we weer terug naar
het hotel.
Als eindelijk de
airco weer werkt, neemt m’n moeder Mats mee naar haar kamer voor een tukkie,
wat gelukkig wel werkt. Ik kan rustig even douchen terwijl Stan een filmpje
kijkt. Om half 8 is het diner klaar en dan wil Mats eigenlijk niet meer wakker
worden. Het eten is vergelijkbaar met gisteravond en het smaakt mij eigenlijk
niet zo goed. Door de kruiden lijkt alles op elkaar en de kip vol met botten en
de aubergine gaan er vandaag echt niet in. De kinderen en m’n moeder eten ook
bijna niets, waardoor meer dan de helft van het eten terug naar de keuken gaat.
Na het eten mogen de jongens nog heel even een filmpje kijken en dan is het
bedtijd. Ook voor ons eigenlijk, we zijn moe na de lange dag.
Dag 10 – naar en rondom Ella
De laatste
ochtend bij Max Safari Villa worden we erg vroeg wakker. Mats vindt 6 uur een
mooie tijd om kleren aan te trekken. We weten hem nog een uur zoet te houden
met filmpjes. Stan wordt nogal boos als hij blijft praten. Terwijl de jongens
een filmpje kijken, suffen wij tot half 8 door. Dan is het tijd om nog even te
douchen en de koffers in te pakken. Om 9 uur krijgen we een lekker ontbijt en
om 10 uur staat de chauffeur voor ons klaar. De jongens vinden het jammer dat
we Max gaan verlaten, ze vonden het hier erg leuk, vooral omdat er continu
gewerkt werd aan nieuwe kamers.
We rijden vandaag naar Ella, de bergen in. We rijden langs het Udawalawe nationaal park en zien zowaar nog een olifant en wat aapjes. Doordat we zo vroeg wakker werden, ben ik erg moe. Ik kan mijn ogen dan ook niet open houden. De chauffeur stopt onderweg bij een bank om wat geld te halen, dan word ik goed wakker. We zien prachtige rijstvelden onderweg, afgewisseld met kleine theeplantages. Uiteindelijk rijden we echt de bergen in. We verbazen ons over de chauffeur die alleen maar in versnelling 4 wil rijden en raar opkijkt als de bus dan nauwelijks de berg op wil. Inhalen is er niet bij in die versnelling, het is nog een wonder dat de motor niet afslaat.
Vlak voor Ella
rijden we langs de Ravana Falls, een gigantische waterval die drukbezocht
wordt. Met enige moeite vinden we een parkeerplaats. De chauffeur blijft in de
auto terwijl wij naar de voet van de waterval lopen, in de bocht van de
doorgaande weg. Het is een mooi gezicht, er komt flink veel water uit de
bergen. Er staat een groot bord met ‘up-to-date dead casualties = 36’ maar toch
wagen diverse mannen zich in de waterval. Wij blijven op een uitzichtpunt.. Na
een kwartiertje gaan we terug naar de bus en dan is het nog een kwartier rijden
naar Ella.
De chauffeur is
geregeld door het hotel, maar weet helaas niet waar we moeten zijn. Hij zoekt
en vraagt en uiteindelijk vindt hij het weggetje de berg op. Dit weggetje is
vrij steil en erg smal, maar met wat manoeuvreren komen we boven bij een bord
van Ella Mountain View Guest Inn. Hier is alleen maar een trap naar beneden,
Naast half afgeronde bouwwerken. Ik loop de 5 trappen af naar beneden en vind
na enig zoeken de eigenaar van het hotel, Buddhi. Het hotel is eigenlijk een
home stay en de kamers zijn simpel. Buddhi en zijn broer brengen alle spullen
de 5 trappen af. Het uitzicht is fantastisch en daar komen we voor. We krijgen
koffie en thee en de koffers worden in de kamers gezet.
Helaas kunnen we
verder niets krijgen, dus overleggen we wat we doen voor de lunch. Mijn moeder
gaat even op bed liggen en wij lopen naar het dorpje. Na de 5 trappen ben ik
buiten adem, zou het door de hoogte komen? Gelukkig is het dorpje niet ver als
je over het spoor loopt. We wandelen over de bielzen naar het stationnetje.
Over het spoor lopen is in Sri Lanka heel gewoon, we zien meerdere mensen deze
route nemen. Stan en Mats vinden het maar raar maar lopen vrolijk mee. We gaan
eerst naar het station om de treinkaartje voor overmorgen alvast op te halen.
Helaas krijg ik die zonder paspoort niet mee. Dan wandelen we verder, om
vervolgens met een tuktuk naar een door mij vooraf uitgekozen restaurantje te
rijden. In AK Restori serveren ze van alles. We zijn laat voor de lunch maar
van harte welkom. De drankjes en de patat voor de kinderen zijn er snel en zijn
ook snel op! Onze broodjes laten vervolgens nog drie kwartier op zich wachten,
maar smaken erg goed. We lopen nog een stukje door het dorpje, kopen een
watermeloen en ijsjes en nemen dan de Tuktuk terug naar boven naar het hotel.
De eerste Tuktuk kan de berg niet op, dus wordt er een andere bij geroepen die
de steile helling wel opkomt met ons achterin.
Bij het hotel is
weinig te beleven. Ja, het uitzicht is mooi en veranderd door de wolken
continu. Maar er is geen stoel die lekker zit en dankzij de werkzaamheden van
de buren is er nogal veel herrie. M’n moeder wil wel mee voor een drankje en
diner in het dorp, dus laten we twee taxi’s komen. We gaan naar het Chill café
waar je inderdaad heerlijk kunt chillen. Een typisch backpackers
restaurant/café. Er zijn 3 verdiepingen en de bovenste is ingericht met
zitzakken. Helaas is er geen plekje meer vrij voor ons, dus gaan we op de 2e
zitten. Mats heeft alweer honger en we verwachten dat het eten weer lang op
zich laat wachten. We bestellen hamburgers, broodjes en pasta en moeten
inderdaad even wachten. Maar nu zijn we daarop voorbereid en met autootjes en
ander speelgoed vermaken we de jongens tot het eten gebracht wordt. Dit smaakt
verrassend goed. Na het eten spelen we nog even en dan nemen we weer een taxi
terug naar het hotel, waar we allemaal op tijd in bed liggen.
Deze morgen
wilden we rustig aan doen, maar helaas waren de jongens weer vroeg wakker. De
gordijnen hielden geen zonnestraal tegen en het werd al voor 6 uur licht. Toen
de trein toeterend langs kwam, zat Mats rechtop in zijn tentje. Opnieuw mocht
hij even een filmpje kijken bij ons in bed. Stan lag bij oma, ook al vroeg met
zijn fotocamera te spelen. Om 8 uur kwam hij bij ons en keken de jongens samen
nog even een filmpje. Om 9 uur werd het ontbijt geserveerd. Een tafel vol, met
vooral erg lekkere kokos pannenkoeken.
Buddhi hielp ons
bij het regelen van de treinreis morgen. De treinkaartjes voor de rit van Ella
naar Nanu-Oya had ik in Nederland al gekocht. We hebben een taxi nodig van het
hotel naar het station en van ons eindstation naar het hotel in Nuwara Elyia.
Het kost nauwelijks extra geld om de hele dag een taxibusje te huren. We hebben
toch niet zoveel zin om op onze bagage te letten dus de keuze is snel gemaakt.
Een chauffeur rijdt met onze bagage naar Nanu-Oya terwijl wij met de trein
gaan. Dat wij met een trein gaan is sowieso redelijk uniek, maar deze treinrit
zou echt een van de mooiste ritten ter wereld zijn.
Na een flinke insmeer beurt was het tijd om wat te gaan doen. Buddhi bestelde twee tuktuks voor ons, zodat we naar de 9 Arches Bridge konden gaan. De chauffeurs overlegden uitgebreid over wat het ritje moest kosten, we wilden graag dat ze op ons zouden wachten. Uiteindelijk vroegen ze 7,50 euro per tuktuk. M’n moeder wilde niet te ver lopen, dus was de keuze voor de tuktuks ideaal. Waar alle busjes op de parkeerplaats moesten stoppen, konden wij doorrijden tot bij een glibberig pad de berg af. Hier konden we de brug al zien. Het paadje door het bos zag er niet echt toegankelijk uit. Mijn moeder besloot van het uitzicht te gaan genieten en de Tuktuk chauffeur pakte Mats op. Hij accepteerde dat zowaar en nu gingen we maar op pad. Het was maar 200 meter lopen en klauteren door het bos, maar ik was blij dat Mats gedragen werd door de chauffeur. Het pad kwam uit bij de spoorbrug. Dit is een hele oude brug die helemaal van stenen is gebouwd met 9 bogen. Een mooie historische, maar nu erg toeristische plek! Naast de trein is een theeplantage en daar werden door een paar dames theeblaadjes geplukt.
Na een paar eerste foto’s van het mooie uitzicht op de brug, liepen wij net als heel veel andere mensen over het spoor over de brug. Aan de andere kant van de brug was een tunnel, maar die vonden Stan en Mats te donker. We konden wel goed zwaaien naar oma. Stan ging aan de politie agent vragen wanneer de trein zou komen. Gelukkig hoefden we maar een kwartier te wachten. Met een fles water en koekjes was dat zo voorbij. Voordat de trein kwam, liepen we weer terug over de brug. De trein was al lang van te voren te horen. Hij kwam toeterend naar ons toe. Er rijden hier geen treinen zoals in Nederland, maar echte ouderwetse dieseltreinen. De locomotief was heel lang en groot. Erachter hingen wagons met mensen die uit de deuren en ramen hingen. Het was mooi om te zien hoe de volle trein over de brug reed.
Toen de trein
voorbij was, zagen wij onze tuktuk chauffeur niet meer. Christiaan tilde Mats
daarom maar op en ik hielp Stan het pad op. Na vijf meter had de tuktuk
chauffeur ons wel gevonden en hij liep achter Christiaan aan. Mijn moeder had
gezelschap gekregen van de andere tuktuk chauffeur die helaas geen woord Engels
sprak. Maar het uitzicht was mooi! We gingen weer terug naar de tuktuk, waar de
chauffeurs druk aan het overleggen waren. Er stonden andere mensen bij de
tuktuks te wachten, maar gelukkig waren die van ons. Het was weer een hele
wandeling terug naar de parkeerplaats.
De weg ging nu vrij steil omhoog en een van de tuktuks kon dat niet aan. Dus werden mijn moeder en de jongens in een tuktuk gezet en Christiaan en ik in de andere. ‘If he stops, you have to walk’, zei de Engelssprekende chauffeur. Lekker dan! En inderdaad, na ruim 100 meter stopte onze tuktuk. Christiaan en ik mochten nu de steile berg zelf oplopen. Gelukkig konden we daar weer in de tuktuk van bijkomen terwijl we naar een restaurantje werden gebracht. Met een flinke fooi voor de Engelssprekende en Mats dragende chauffeur namen we afscheid.
De weg ging nu vrij steil omhoog en een van de tuktuks kon dat niet aan. Dus werden mijn moeder en de jongens in een tuktuk gezet en Christiaan en ik in de andere. ‘If he stops, you have to walk’, zei de Engelssprekende chauffeur. Lekker dan! En inderdaad, na ruim 100 meter stopte onze tuktuk. Christiaan en ik mochten nu de steile berg zelf oplopen. Gelukkig konden we daar weer in de tuktuk van bijkomen terwijl we naar een restaurantje werden gebracht. Met een flinke fooi voor de Engelssprekende en Mats dragende chauffeur namen we afscheid.
Wij genoten van
een lekkere lunch in een van de vele restaurantjes in Ella. Na het eten bracht de
eigenaar mijn moeder en de jongens met een tuktuk terug naar het hotel, terwijl
Christiaan en ik nog wat boodschappen en treinkaartjes gingen halen. Toen we
net de straat op liepen, begon het keihard te regenen en te onweren. M’n moeder
en de jongens waren net op tijd terug bij het hotel, maar wij liepen in een
zeiknat dorpje. Bij het treinstation kregen we met enige moeite de vooraf
bestelde treinkaart mee, nu hoeven we morgen niet in de rij te staan. Het goot
nu echt keihard, maar we waren al bijna bij het hotel. Zeiknat kwamen we daar
aan. Er valt zoveel regen dat de waterval, die we gister bezochten en mooi wit
was, nu vies bruin en nog veel groter is. ’s Avonds gaan we weer met een tuktuk
naar het stadje voor het diner. We kopen wat eten voor de treinreis en zoeken
een restaurantje uit. Door de regen is het erg rustig op straat. We zitten
alleen in het restaurant en de jongens krijgen alle aandacht. Stan oefent zijn
Engels en leert trucjes van een ober. Het eten smaakt goed en daarna zoeken we
met een tuktuk het hotel weer op.
Dag 12 - met de trein door Sri Lanka - van Ella
naar Nanu-Oya
De laatste
ochtend in Ella genieten we nog even van het prachtige uitzicht over de
‘Ella-gap’. Een prachtig uitzicht, maar veel meer dan het uitzicht en een goed
ontbijt heeft het hotel van Buddhi ons niet te bieden. Na het ontbijt rijdt er
een busje voor. Een hele vriendelijke chauffeur brengt ons naar het station in
Ella. We zijn ruim op tijd op het station en moeten nog een half uurtje wachten
voordat de trein arriveert. Dit is geen straf, er is veel te zien. Het
stationnetje is redelijk oud en kent, net als in de trein, een duidelijke
klasse-indeling. De meeste toeristen gaan naar rechts richting de 1e klasse en
de locals gaan naar links voor de 3e klasse. Wij hebben kaartjes geboekt voor
de 2e klasse met een stoelreservering. We mogen dus in het midden van het
station blijven wachten. Je kunt hier zo de spoorrails oplopen om een paar
foto’s te maken.
Zoals overal op
toeristische hotspots komen we andere Nederlanders tegen. Vlak voor de geplande
vertrektijd wordt er een ouderwetse bel geluid en wordt het traject van de
trein omgeroepen. Helaas komt er dan nog geen trein. Met slechts 10 minuten
vertraging rolt de trein binnen in Ella. Wij vinden onze stoelen in een bijna
lege wagonruimte. Er zit nog 1 stel in en er zijn 10 banken. We zetten de ramen
open (dat kan in de 1e klasse met airco niet) en hangen uit het raam als we uit
Ella wegrijden.
Ella ligt op ruim
1.000 meter boven zeeniveau. We reizen tot 1.850 meter hoogte en dan weer iets
omlaag naar Nanu-Oya. We hebben direct na Ella al een prachtig uitzicht over de
vallei, met natuurlijk de grootse Ravana waterval. Daarna rijden we langs de
bergen omhoog, met zicht op het groene Sri Lanka. We rijden door en langs
dorpjes waar we zo bij de mensen in de achtertuin kunnen kijken. Zo krijgen we
een goed beeld van de traditionele levenswijze van de Sri Lankanen. Wassen en
groente verbouwen zijn de dagelijkse bezigheden die we veel zien. Overal zie je
tuktuks en theeplantages met vrouwen die theeblaadjes plukken of in de schaduw
pauzeren.
We stoppen bij alle kleine stationnetjes, waar meestal alleen maar mensen instappen in de derde klasse. Het spoor is grotendeels 1-baans, bij een groter station passeren we een tegemoetkomende trein. Nu kunnen we goed zien hoe de derde klasse eruit ziet: Donkere wagons waarin de mensen opeengepakt zitten en staan. De enkele blanke toerist die tussen de vele locals zit, zien we met een doekje voor de neus zitten. Wij kunnen vanuit de 2e klasse niet naar de 3e klasse lopen (en andersom dus ook niet). Dit voelt toch best raar, wat een verschil.
We stoppen bij alle kleine stationnetjes, waar meestal alleen maar mensen instappen in de derde klasse. Het spoor is grotendeels 1-baans, bij een groter station passeren we een tegemoetkomende trein. Nu kunnen we goed zien hoe de derde klasse eruit ziet: Donkere wagons waarin de mensen opeengepakt zitten en staan. De enkele blanke toerist die tussen de vele locals zit, zien we met een doekje voor de neus zitten. Wij kunnen vanuit de 2e klasse niet naar de 3e klasse lopen (en andersom dus ook niet). Dit voelt toch best raar, wat een verschil.
De reis duurt ruim 3 uur en verveelt geen moment. Op een groter station komt er een grote groep Sri Lankanen en een ouder Brits stel onze ruimte binnen. Wij moeten onze banken met alle open ramen afstaan, maar houden nog genoeg ruimte over om lekker uit het raam te hangen. Stan en Mats vinden dit ook het leukste van alles. Mats zit uiteindelijk bovenop een stoel en Stan staat op een bank. Dit mag niet van de conducteur, maar die komt gelukkig niet zo vaak langs. Het mooiste vinden de jongens de tunnels, waar we er een stuk of 15 van tegenkomen. Pikdonker is het in die tunnels, waarin ze natuurlijk niet met hoofd en handen naar buiten mogen. Zodra we weer de tunnel uit zijn, steken ze hun koppies weer uit het raam. De Sri Lankaanse medereizigers vinden dit duidelijk ook erg leuk en er worden veel foto’s van de jongens gemaakt. We genieten alle vijf volop van deze treinreis, er is zoveel te zine. Als we bovenin de bergen zijn, begint de lucht te betrekken en even later regent het hard. Helaas moeten de ramen nu wel dicht. Ik open ze af en toe nog om wat foto’s te schieten, maar het landschap is lang niet zo mooi in de wolken. We zijn nu wel al bijna in Nanu-Oya. We eten snel de meegenomen koekjes op en ruimen onze spullen op.
In Nanu-Oya
stappen veel mensen uit, vooral de toeristen. Het is best een groot station,
waar we zelfs via een brug over de spoorrails lopen. Als we het station
uitlopen, staat onze chauffeur voor onze neus. Hij heeft de bus iets verderop
geparkeerd en we worden flink nat voordat we de bus instappen. Het is nu nog 20
minuten rijden naar ons hotel. Nuwara Eliya is een uitvalsbasis voor een paar
prachtige wandelingen in de bergen. Maar het is vooral bekend als Little
England, niet alleen vanwege het regenachtige klimaat. De Engelse kolonisten
brachten de theecultuur hier tot leven en in veel grote sjieke hotels kun je
genieten van een echte High Tea. Dit lijkt ons met de kinderen geen goed idee.
We gaan eerst naar het hotel. Tijdens het inchecken bestellen we wat te eten als
lunch. Het is al twee uur en we hebben best honger. Het koken duurt een half
uur dus we hebben alle tijd om het grote Engels huis te bekijken. Er zijn 3 hotelkamers
en een grote gezamenlijke ruimte met een heerlijk bankstel. Vanaf de bank kijk
je tot in de nok van het huis. Rondom zijn balkonnetjes en het hele huis is
voorzien van prachtige houten vloeren. Een plaatje van een huis, mooi
onderhouden ook. En de bedden met warme dekens zien er ontzettend comfortabel
uit!
Voordat het eten
klaar is, loop ik alvast naar beneden om het vervoer voor morgen te regelen. We
blijven hier maar een nachtje en hebben dus een taxibusje nodig. Terwijl ik dit
uitleg aan een van de medewerkers, wijs ik naar een bordje. Met deze beweging
sla ik een bord met pasta uit de handen van een andere medewerker die net aan
komt lopen. Hij kijkt verschrikt en boos, daar gaat een half uur kookwerk.
Gelukkig was het mijn eigen bord eten en we laten alles toch maar op tafel
zetten. Het eten smaakt wel ok, de broodjes kaas van Mats en mijn moeder smaken
prima, mijn resterende pasta is smaakloos. We besluiten vanavond ergens anders
te gaan eten. Na het eten gaan we naar boven, waar m’n moeder Mats in bed legt
voor een middagslaapje. Wij zitten lekker op de banken en Stan zit een filmpje
te kijken. Ik zoek een restaurantje voor de avond, wat nog niet meevalt. M’n
moeder en Stan willen eigenlijk geen rijst meer. Dan blijven alleen de luxe
Engelse hotel-restaurants over, waar ik niet naar toe wil met de jongens.
Uiteindelijk vind ik nog een heel nieuw familie-restaurant dat goede recensies
krijgt. Die gaan we testen!
Als Mats weer
wakker is en Stan z’n filmpje los kan laten, maken we ons klaar om op pad te
gaan. Er worden twee tuktuks gebeld. Het nieuwe restaurant is bij de tuktuk
chauffeurs niet bekend. Ze brengen ons toch naar het Grand Hotel, wat in
dezelfde straat ligt. Met Google Maps wijs ik de tuktuk de weg naar het juiste
restaurant. Dit is een sfeerloos hok wat officieel nog niet open is. We worden
wel hartelijk welkom geheten en de kinderen krijgen direct een kleurplaat. We
bestellen het eten en verbazen ons over het gebrek aan andere gasten. Op een
groepje van 4 mensen na, zijn we vanavond de enige klanten. Het eten is
verrassend lekker, het wordt zoals de naam ‘The Sizzle’ al beloofd, sissend
heet opgediend. Alleen de patat is vies en slap, maar gelukkig smaken de
kipnuggets van de kinderen ook prima. We bestellen ook nog een sissling toetje:
ijs en brownies die in sissend hete chocoladesaus worden geserveerd, heerlijk!
Na het eten krijgen de kinderen nog een ballon en even later stappen we blij in
de tuktuks naar het hotel. Daar gaan de kinderen lekker slapen. Wij zitten nog
even in de woonkamer en gaan dan ook op tijd slapen. Gelukkig maar, want we
zijn op tijd wakker. De gordijnen houden de zon niet tegen.
We krijgen een
heerlijk ontbijt en pakken de koffers weer in. Het regent alweer, gelukkig
blijven we hier niet langer. Een busje komt ons om 11 uur ophalen. De route van
vandaag is vrij lang maar prachtig. We rijden door de theeplantages, die hier
nog indrukwekkender zijn dan vanuit de trein. Tussen de theeplantages zien we
overal kleine stukjes landbouwgrond waar mensen hard aan het werk zijn. Langs
de weg staan talloze groentestalletjes en we kopen zelfs wat verse aardbeien.
We stoppen bij een waterval en de chauffeur laat ons ook uitstappen bij een te
toeristische handwerkwinkel met allerlei houten beelden. Hij loodst ons wel
direct door de winkel heen naar een trap die naar het dak leidt. Een heel goed
idee want het uitzicht is bizar mooi. Ongelooflijk, hier kunnen we echt een
tijd naar kijken. Watervallen, theeplantages, een meer, landbouwgrond,
bijzondere gebouwen, er is zoveel te zien! Helaas vinden de jongens het veel te
warm, dus na een paar minuten ga ik met de jongens de winkel in. Christiaan en
m’n moeder krijgen nog wat uitleg van de chauffeur, terwijl ik met Stan een souvenir
voor hem uitkies. Even later rijden we weer verder.
We zijn gewisseld
van stoel en Stan zit nu bij Christiaan achterin de bus. Hij heeft wel een
reispilletje gegeten, maar na een kwartiertje meldt hij dat hij zich niet
lekker voelt. Even de auto uit lucht al op en dan mag hij van de chauffeur op
de voorstoel zitten. Dit helpt zeker en hij vindt het maar wat leuk om alles
goed te kunnen zien. Mats zit direct achter ons en die wil uiteraard ook voorin.
We rijden verder naar een restaurantje, wat nog even op zich laat wachten. De
restaurants waar we langs rijden serveren alleen lokaal eten, wat volgens de
chauffeur veel te ‘spicy’ voor ons is. Het restaurant waar hij ons uiteindelijk
naar toe brengt is een soort megakantine, maar ze serveren wel tosti’s en patat.
Dit smaakt gelukkig prima. Mats kijkt zijn ogen uit, de mensen eten hier rijst
met hun handen! Hij gaat brutaal bij een tafeltje staan kijken maar wordt lief
aangekeken. Na een uurtje rijden we weer verder, nog anderhalf uur te gaan.
Stan is lekker opgeknapt van het eten. Het is inmiddels hard gaan regenen. We
rijden door veel dorpjes en zien talloze bouwmaterialen winkeltjes. Ieder
winkeltjes is gespecialiseerd in één item.
Het is best druk op de weg en erg hard rijden we niet, maar dat geeft
niet als je ogen tekort komt.
Even voor 4 uur
komen we aan in Pinnawela. Dit dorpje is bekend om de Pinnawela Elephant
Orphanage, een olifantenopvang waar zeer gemengde berichten over te vinden
zijn: er zou niet goed voor de olifanten gezorgd worden maar het baden van de
olifanten in de rivier zou wel erg mooi zijn om te zien. Na de ellende met de
toeristische olifantenindustrie in Thailand, kan het hier voor ons alleen maar
meevallen. In Thailand zagen we talloze toeristen op de rug van een olifant
zitten, zingend, feestend, soms lallend. En die arme olifanten maar zwoegen met
een veel te zwaar rek op hun nek. Het rijden op olifanten gebeurt in Sri Lanka
ook, maar niet door ons. In de Pinnawela Orphanage is dit niet toegestaan.
Daarbij heb ik het Elephant Freedom Project gevonden op internet. Een stichting vangt mannetjes olifant Nilame op en zorgt ervoor dat hij een luxe leventje kan leiden. Toeristen betalen om een dagdeel voor de olifant te zorgen, uiteraard onder begeleiding. Dit lijkt mij een veel mooiere ervaring dan het gebruiken van een olifant voor een wandeling door het mooie landschap. Als we Pinnawela binnenrijden, zien we een olifant lopen met een paar mensen erbij, zal dit Nilame zijn?
Daarbij heb ik het Elephant Freedom Project gevonden op internet. Een stichting vangt mannetjes olifant Nilame op en zorgt ervoor dat hij een luxe leventje kan leiden. Toeristen betalen om een dagdeel voor de olifant te zorgen, uiteraard onder begeleiding. Dit lijkt mij een veel mooiere ervaring dan het gebruiken van een olifant voor een wandeling door het mooie landschap. Als we Pinnawela binnenrijden, zien we een olifant lopen met een paar mensen erbij, zal dit Nilame zijn?
Omdat de
olifanten van de Orphanage in de rivier voor de hotels zwemmen, mogen we zonder
toegangskaartje niet naar het hotel voor 16 uur. Als we 10 minuten te vroeg
aankomen bij de toegangsweg naar het hotel, worden we inderdaad tegengehouden.
We gaan even kijken in een winkeltje en zien de olifanten terug lopen van de
rivier naar het opvangcentrum. Daarna kunnen we zonder problemen doorrijden.
Het laatste hotel mag natuurlijk wel wat luxer zijn dan de andere hotels en met
het Elephant Bay Hotel lijkt dit te zijn gelukt. Als we arriveren, krijgen we
een fris welkomstdrankje en als ik de overnachtingen betaald heb, worden de
koffers naar de kamers gebracht. We hebben de mooiste kamers: op de eerste
verdieping met uitzicht over de rivier. Mijn moeder heeft het grootste balkon,
dus daar gaan we zitten. Helaas regent en onweert het als we arriveren, dus
kunnen we niet zwemmen. We eten en drinken wat op het balkon, totdat het weer
voldoende is opgeknapt om te gaan zwemmen.
Het begint al te
schemeren als we het zwembad inspringen. Het water is gelukkig niet zo koud. We
zwemmen een half uurtje en genieten van de zonsondergang. We zien een steeds
grotere groep vogels over de rivier en het hotel vliegen. Het blijken vliegende
honden te zijn, een soort grote vleermuizen, te zijn. Het zijn er honderden,
telkens als we denken dat ze allemaal weg zijn, komt er weer een zwerm
aanvliegen. Het ziet er indrukwekkend uit, alleen maakt Stan zich zorgen over
alle vliegende honden poep. Als het donker is, gaan we uit het zwembad, even
snel douchen en dan naar het restaurant voor het diner. We bestellen wat
simpele gerechten maar het duurt toch best lang voor het eten geserveerd wordt.
Helaas is het ook niet zo lekker als gehoopt, de kip is zelfs ronduit vies. De
patat en spaghetti smaken wel goed en daarmee krijgen we onze buiken weer
gevuld. Mats is zo moe dat hij bij mijn moeder op schoot in slaap valt. Ook
Stan is moe van de lange dag en de jongens liggen dan ook snel te slapen als we
ze in bed leggen. Wij drinken nog wat op het balkon en dan is er weer een
prachtige dag voorbij.
Dag 14 – de olifant die we nooit gaan vergeten
Donderdagochtend
heb ik om 9 uur afgesproken bij het Elephant Freedom Project. Stan en Mats zijn
al voor 7 uur wakker. Wij willen dat ze nog even in hun bed en tentje blijven,
maar daar denken ze zelf heel anders over. Voor 7 uur zitten ze samen op Stans
bed achter het gordijn naar de rivier te kijken. Er is nog geen olifant te
zien, dat valt ze tegen. Christiaan en ik gaan ook maar uit bed en zitten om
half 8 klaar voor het ontbijt. Dit gaat ook allemaal niet zo snel bij dit hotel.
Terwijl we op onze toast en omelet wachten, verbazen we ons over het mannetje dat het zwembad schoonmaakt. Vooral over zijn werktempo, hij is echt een paar uur bezig om het zwembad schoon te maken. Na het ontbijt pakken we de spullen en stappen in de bestelde tuktuks. De tuktuk chauffeur wil ons graag meer attracties laten zien. Hij wil met ons naar de kruidentuin en hij kan ook een olifantenritje regelen. We melden dat dit helemaal niet de bedoeling is, hij moet ons gewoon naar het Elephant Freedom Project brengen. Het is een ritje van nog geen 10 minuten en kost ook niet veel. We zijn een beetje door ons kleingeld heen en de chauffeur stelt voor dat hij ons ’s middags ook weer ophaalt en dan kunnen we betalen. Bijzonder dat ze zoveel vertrouwen in ons hebben, we krijgen het nummer en dan rijden ze weg.
Terwijl we op onze toast en omelet wachten, verbazen we ons over het mannetje dat het zwembad schoonmaakt. Vooral over zijn werktempo, hij is echt een paar uur bezig om het zwembad schoon te maken. Na het ontbijt pakken we de spullen en stappen in de bestelde tuktuks. De tuktuk chauffeur wil ons graag meer attracties laten zien. Hij wil met ons naar de kruidentuin en hij kan ook een olifantenritje regelen. We melden dat dit helemaal niet de bedoeling is, hij moet ons gewoon naar het Elephant Freedom Project brengen. Het is een ritje van nog geen 10 minuten en kost ook niet veel. We zijn een beetje door ons kleingeld heen en de chauffeur stelt voor dat hij ons ’s middags ook weer ophaalt en dan kunnen we betalen. Bijzonder dat ze zoveel vertrouwen in ons hebben, we krijgen het nummer en dan rijden ze weg.
We worden welkom
geheten bij het Elephant Freedom Project en krijgen een kop koffie. We hebben
nog voldoende tijd om ons goed in te smeren met zonnebrandcrème en
anti-muggenlotion. Dan krijgen we uitleg over het programma, wij hebben het
ochtendprogramma met lunch afgesproken. Hier doen maximaal 10 mensen aan mee,
maar naast ons is er één Australische vrouw aanwezig. We hebben 2 begeleiders,
Sri Lankanen die werkervaring opdoen bij het Project. Het zijn twee
enthousiaste mannen die ook leuk zijn met de kinderen. Uiteraard krijgen we
uitleg over hoe we ons moeten gedragen bij de olifant. Het is geen huisdier,
olifanten lijken veel meer op mensen dan honden en poezen. Ze zijn slim,
onthouden alles en willen graag de baas zijn. We mogen de olifant niet boos
maken vandaag, dus de olifant leidt ons. En we mogen niet bij de slurf en de
staart in de buurt komen.
Na de uitleg gaan we het olifantenontbijt maken. We moeten de mango snijden die Nilame straks als ontbijt krijgt. Daarna moeten we het olifantenbed schoonmaken. We lopen de heuvel op, waar Nilame en zijn mahout ons tegemoet lopen. Mats mag al direct zijn banaan aan de olifant geven. Tot mijn verbazing doet hij dat zonder blikken of blozen. Zo'n klein mannetje en zo'n grote olifant. De banaan is natuurlijk snel verdwenen. De mahout stuurt de olifant de berg af, die zien we straks terug.
Na de uitleg gaan we het olifantenontbijt maken. We moeten de mango snijden die Nilame straks als ontbijt krijgt. Daarna moeten we het olifantenbed schoonmaken. We lopen de heuvel op, waar Nilame en zijn mahout ons tegemoet lopen. Mats mag al direct zijn banaan aan de olifant geven. Tot mijn verbazing doet hij dat zonder blikken of blozen. Zo'n klein mannetje en zo'n grote olifant. De banaan is natuurlijk snel verdwenen. De mahout stuurt de olifant de berg af, die zien we straks terug.
De olifant
verblijft 's nachts op de heuvel met een prachtig uitzicht. 's Ochtends moet de
olifantenpoep hier weggehaald worden. De kids en m'n moeder hebben hier niet
zo'n zin in, dus Christiaan en ik krijgen lange handschoenen aan en moeten aan
de slag. We gooien de grote drollen op de mesthoop, een geurig klusje. Als het
nest weer schoon is, lopen we de heuvel af naar de doorgaande weg. Aan de
overkant staat Nilame met de mahout. We gaan nu wandelen naar de ontbijtplek,
over de doorgaande weg. We slenteren achter de olifant aan, terwijl begeleider
Kasun ons allerlei wetenswaardigheidjes vertelt over de olifant. De mahout moet
voorkomen dat de olifant iets sloopt langs de route, daarom schreeuwt hij
regelmatig 'doorlopen'.
Gelukkig krijgen we van de begeleiders paraplu's, het is echt bloedheet in de volle zon. De olifant ontbijt met een zelf geplukte bananenboom, deze sleept hij naar een grasveldje. Als de bananenboom op is, krijgt hij onze mango als toetje. Stan en Mats geven heel wat stukken in de slurf, in de mond voeren gaat ze te ver. Nilame heeft een natte vieze tong, dus dat had ik ook beter kunnen laten. M'n moeder maakt de tas met mango leeg en dan mag de Australische haar ontbijt nog voeren. Na nog wat foto's is het tijd om terug te lopen naar het huis. Hier wordt Nilame gedoucht met de tuinslang. Uiteraard vinden de jongens het prachtig om de olifant nat te spuiten.
Gelukkig krijgen we van de begeleiders paraplu's, het is echt bloedheet in de volle zon. De olifant ontbijt met een zelf geplukte bananenboom, deze sleept hij naar een grasveldje. Als de bananenboom op is, krijgt hij onze mango als toetje. Stan en Mats geven heel wat stukken in de slurf, in de mond voeren gaat ze te ver. Nilame heeft een natte vieze tong, dus dat had ik ook beter kunnen laten. M'n moeder maakt de tas met mango leeg en dan mag de Australische haar ontbijt nog voeren. Na nog wat foto's is het tijd om terug te lopen naar het huis. Hier wordt Nilame gedoucht met de tuinslang. Uiteraard vinden de jongens het prachtig om de olifant nat te spuiten.
Nu mag de olifant
een dutje gaan doen en wij gaan terug voor wat drinken. M'n moeder, Christiaan
en de kinderen bezoeken daarna een olifantenpoep fabriek, hier maken ze papier
van de poep. Ik mag de kok, Kasun en de Australische helpen met het bereiden
van de lunch. Ze noemen het een workshop en we krijgen ook veel uitleg over de
gebruikte groenten en kruiden.
Het is leuk om in
de keuken bezig te zijn. Ik zorg ervoor dat er niet teveel chili aan de
gerechten wordt toegevoegd, zodat mijn moeder en de kinderen de curries ook
kunnen eten. We hebben een leuk gesprek over de rolverdeling, het verschil
tussen Sri Lanka, Australië en Nederland is heel groot. In Sri Lanka moeten de
vrouwen het hele huishouden nog verzorgen, waarbij het eten koken heel
tijdrovend is. Groenten worden zelf verbouwd of op de markt gehaald. Als ik
vertel dat wij de aardappelen en groenten gewoon geschild in de supermarkt
kopen, wordt ik vreemd aangekeken.
Ik kijk vreemd op als we kokosmelk moeten gaan maken. Dat ken ik echt alleen maar uit een pak, ook tijdens de kookworkshop in Thailand stonden de groene pakken op het aanrecht. Maar hier wordt een gedroogde kokosnoot gepakt. Met een machete wordt deze in tweeën gehakt. Op een speciaal stoeltje met kokosrasp, dat in ieder Sri Lankaans huis zou staan, wordt de kokosnoot leeggeraspt. De Australische en ik mogen het eerst proberen. In 10 minuten hebben we nog maar een klein beetje kokosrasp uit de noot geraspt. De kokkin gaat daarna op het stoeltje zitten en heeft in 2 minuten de hele kokosnoot leeggeraspt. Dan heb je dus een bak met rasp, daar moet water aan worden toegevoegd. Door dit mengsel te kneden, ontstaat er kokosmelk. Het mengsel moet gezeefd worden. Dit kun je 2 keer doen met het rasp van een kokosnoot en zo halen we uit een halve kokosnoot ongeveer een halve liter kokosmelk. Als de curries op het vuur staan, komen Stan en Mats de keuken in met een stukje olifantenpoeppapier, ook dat was leuk.
Nu is het tijd
voor het leukste onderdeel van dit programma, vooral voor de olifant. We lopen
naar de rivier aan de overkant van de weg. Als wij de rivier inlopen, ligt de
olifant al te relaxen in het water. De mahout maakt een paar borstels van een
kokosnoot en daarmee gaan we Nilame schoon schrobben. De jongens gaan
enthousiast aan de slag en zijn erg lief voor de olifant. Doordat hij op z'n
zij ligt, valt de grootte niet zo erg meer op. De mahout gaat ook meehelpen met
schrobben, hij doet het gezicht en wij de rug en zij. Hij schrobt heel wat
harder dan wij en we worden aangespoord om ook wat harder te schrobben. Er zit
allerlei troep tussen de haren van de olifant en dit mag er allemaal uit.
Het gespetter met water is natuurlijk altijd een feest, maar Mats vindt het echt prachtig om de olifant te aaien, kusjes te geven en water over hem heen te gieten. Wat een onwijs gave ervaring!
Het gespetter met water is natuurlijk altijd een feest, maar Mats vindt het echt prachtig om de olifant te aaien, kusjes te geven en water over hem heen te gieten. Wat een onwijs gave ervaring!
Als we terugkomen
van het badderen, staat de lunch al op tafel. Het smaakt mij prima, de jongens
eten alleen rijst met worst en genieten daarna van een lekker bolletje ijs. Daarna
is het programma afgelopen, het was echt fantastisch! Zo mooi om te zien hoe
een olifant een heerlijk leventje kan leiden en het was leuk om een beetje te
mogen helpen om dit mogelijk te maken! Als wij de spullen in de tas stoppen,
begint het keihard te regenen. We moeten nog even wachten op de tuktuks en in
de tussentijd gaat het alleen maar harder onweren en regenen. Van de vijf
stappen van het huis naar de tuktuk ben ik doorweekt en onderweg zien we grote
stukken weg blank staan. Dit betekent helaas ook dat we straks niet kunnen
zwemmen. Het is nu half 3 en tot 4 uur zouden we de olifanten in de rivier
moeten kunnen zien, vanuit het zwembad. Maar als we terug zijn in het hotel,
zien we de laatste olifanten de rivier uitlopen, ook gevlucht voor het slechte
weer. Op het balkon worden we ook nat, de regen waait dwars voor het hotel
langs. We gaan maar even in de lobby zitten en bestellen wat te drinken. Mats
gaat even slapen in zijn tentje.
Gelukkig klaart
het weer wat op en ik ga met mijn moeder een rondje lopen langs de
souvenirwinkeltjes. Helaas hebben deze ook bijna allemaal de deur op slot
gedraaid met het noodweer. Ik scoor wel een paar mooie olifanten-nek-knuffels
voor de jongens, maar we gaan morgen nog wel terug. Als we terugkomen is het in
ieder geval helemaal opgehouden met onweren, dus we kunnen gaan zwemmen. De
regen heeft het zwemwater helaas erg afgekoeld. Mats springt wel in het water,
maar gaat er direct klappertandend weer uit. Christiaan gaat met hem douchen en
mijn moeder, Stan en ik genieten weer van het uitzicht op de rivier terwijl het
donker wordt. De vliegende honden komen ook weer tevoorschijn en vliegen in
grote aantallen langs. Als het bijna donker is gaan wij ook douchen en dan gaan
we naar het restaurant.
In het restaurant
zitten een paar medewerkers een spel te spelen. Het lijkt op een combinatie van
biljarten en sjoelen en wij kijken even hoe het spel gespeeld wordt. We worden
uitgenodigd om mee te spelen, erg leuk om zo het spelletje te leren.
Ondertussen bestel ik wat te eten. Als de jongens ons alleen laten met het
spel, wordt het eten al geserveerd. We weten dus niet wie er zou winnen, maar
het wachten ging zo wel erg snel. Het eten smaakt gelukkig een stuk beter dan
gisteravond. Na het eten willen de jongens weer naar bed, het is al bijna 9 uur
en ze zijn bekaf. Wij zitten daarna nog lang bij mijn moeder op haar balkon,
genieten van ons laatste avondje Sri Lanka.
Tijdens ons
laatste ontbijt zien we de eerste olifanten de rivier inlopen. We kijken even
toe, maar ze blijven erg ver weg. Als we onze zwemkleren aantrekken, komen er
al meer olifanten de rivier in en ze komen ook wat dichterbij. We zien de
olifanten vanuit het zwembad, wat een luxe! Het is een prachtig gezicht om de
olifanten in de rivier te zien lopen en spelen. Een paar olifanten worden met
een ketting vastgelegd, maar de meeste olifanten kunnen vrij bewegen.
We kijken vanuit het zwembad, van dichterbij en vanaf ons balkon, hier kunnen we geen genoeg van krijgen. Tegen 12 uur gaan de olifanten weer terug naar de opvang voor hun lunch. Wij gaan een rondje lopen langs de souvenirwinkeltjes. We eten een ijsje en kopen wat leuke shirtjes, sleutelhangers en kettinkjes. Vooral de jongens zijn er dolgelukkig mee. We eten nog een ijsje en lopen dan terug naar het hotel voor de lunch. Na de lunch gaat m'n moeder weer olifanten kijken met de jongens, terwijl Christiaan en ik de koffers inpakken en nog snel even douchen. We eten nog wat aardbeien bij de olifanten en dan begint het weer te regenen. De mahouts brengen de olifanten nu weg voordat de onweer begint en zo nemen we afscheid van de olifanten terwijl het noodweer losbreekt. Een mooi moment om te vertrekken.
We kijken vanuit het zwembad, van dichterbij en vanaf ons balkon, hier kunnen we geen genoeg van krijgen. Tegen 12 uur gaan de olifanten weer terug naar de opvang voor hun lunch. Wij gaan een rondje lopen langs de souvenirwinkeltjes. We eten een ijsje en kopen wat leuke shirtjes, sleutelhangers en kettinkjes. Vooral de jongens zijn er dolgelukkig mee. We eten nog een ijsje en lopen dan terug naar het hotel voor de lunch. Na de lunch gaat m'n moeder weer olifanten kijken met de jongens, terwijl Christiaan en ik de koffers inpakken en nog snel even douchen. We eten nog wat aardbeien bij de olifanten en dan begint het weer te regenen. De mahouts brengen de olifanten nu weg voordat de onweer begint en zo nemen we afscheid van de olifanten terwijl het noodweer losbreekt. Een mooi moment om te vertrekken.
Tijdens de rit
van 2 1/2 uur naar de luchthaven zien we nog een keer Sri Lanka: de chaotische
wegen met tuktuks, brommers, auto's en bussen; de rijstvelden en landbouwgrond;
de huizen waarvan meestal alleen de benedenverdieping gebruikt wordt; de
tempels van boeddhisten en hindoes die naast moskeeën en kerken staan; de
winkeltjes die van alles en nog wat verkopen en de prachtige kleding met als
meest bijzondere stuk: de vetrollenjurk. Op de luchthaven aangekomen, kunnen we
direct doorlopen. We zijn al ingecheckt en de controles gaan erg snel. Zo
houden we nog tijd over om onze laatste Sri Lankaanse roepies uit te geven.
Helaas wordt op de luchthaven alleen in dollars afgerekend en moeten we met een
creditcard betalen. We eten nog wat en dan gaan we naar het vliegtuig.
We vliegen pas om
21.25 uur. De jongens houden het gelukkig goed vol. Tijdens de vlucht naar
Mombai slapen wij allemaal een beetje. We gaan als een van de laatsten van
boord en wachten op de wandelwagen. Dan worden we met de bus naar de luchthaven
gebracht. We hebben digitale boardingpassen, maar worden hiermee geweigerd bij
de transfer controle. We moeten geprinte boardingpassen hebben. Als ik die heb
geregeld, sturen de douaniers mij terug voor stempels. Het schiet allemaal niet
op, maar uiteindelijk mogen we - mannen en vrouwen gescheiden - door de
controle. Dan gaan we koffie drinken en dan eindelijk... gaan we naar het KLM
vliegtuig. De jongens vonden Jet Airways prima, maar het blauwe vliegtuig is altijd
favoriet. We vliegen hiermee in ruim 8 uur naar Schiphol. Mats slaapt al
voordat we opgestegen zijn. Stan kijkt net als ik eerst nog een filmpje. Eten
hoeven we niet meer. Als het licht uit gaat, gaan wij ook maar even slapen. De
vlucht verloopt rustig en als we wakker worden kijken we nog een filmpje
voordat we ontbijten en de landing wordt ingezet. Patricia komt ons ophalen en
dan zit de vakantie er echt helemaal op!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten