donderdag 3 mei 2018

Boeddha in een grot en genieten aan het strand

Woensdagochtend gaan de ogen maar met moeite open. De nacht was warm zonder airco. Honden die langs onze kamer liepen en blaften wekten ons veel te vroeg. Om 8 uur gingen we ontbijten en daarna werden de koffers in een busje geladen. We namen afscheid van Badula en zijn familie en reden weer terug naar de kust. Een broer (of vriend, heel vaag!) van Badula brengt ons weg. Hij rijdt in een oud busje zonder airco, maar met de ramen open is goed te doen. Grootste voordeel is de versnellingsbak in plaats van automaat, hierdoor rijden we veel relaxter door de bergen!

Onderweg bezochten we de Mulkirigala Rock Temple. Inderdaad, een tempel in en op een rots. Met de wandeling van gister nog in de benen, werd dit best een uitdaging. Met een graad of 30 en nauwelijks wind was het echt lekker weer voor een wandeling over 430 trappen. Wilden we dit echt? Na de eerste twee flinke trappen besloot mijn moeder niet verder mee naar boven te gaan. Onder het mom van ‘nu we er toch zijn’ besloten wij in ieder geval tot het eerste terras te lopen om een paar grottempels te bekijken. De jongens gaan redelijk fit omhoog, het einde van de eerste trap is al snel in zicht. Maar helaas, dan zijn we pas op de helft. Mats z’n korte pootjes beginnen als eerste op te geven, maar hij bereikt het terras mooi wel. Het zweet gutst van ons af, wat een hitte. We worden beloond met een paar prachtige grottempels vol liggende, zittende en staande boeddha’s. ‘Boeddha ligt in bed, maar ze heeft haar ogen open’, aldus Mats. Ook Stan is onder de indruk, vooral door de grote voeten. De jongens stellen bijzondere vragen: ‘is boeddha nep? Was hij echt jarig? Woont boeddha in een berg?’ Het is in de grot iets koeler dan buiten, dus we blijven rustig rondkijken tot we weer zijn bijgekomen. We krijgen nog een armbandje met ‘good karma from boeddha’ en dan keren we weer terug. We kunnen nog een paar terrassen bekijken, maar het zweet gutst bij ons allevier van ons lijf, dus dat is geen goed idee. De trap naar beneden is vooral voor Mats een uitdaging, maar tussen ons in loopt hij dapper mee. Oma zit lekker op een bankje te lezen en heeft een handdoekje en water klaar liggen. Als we weer helemaal beneden zijn, drinken we een drankje van een straatverkoopster. Mats rent iets te snel voor ons uit naar de bus. Zo bereikt hij als eerste de straatverkopers naast de bus. Ze tillen hem op en willen hem knuffelen, ‘ah cute baby’. ‘Ik ben geen baby meer’ zegt hij snikkend voor hij zich huilend in mijn armen stort. De straatverkopers snappen er niets van :)

We stappen weer in de bus voor het laatste uurtje naar Tangalle. We waren van plan om onderweg te gaan lunchen, maar als Mats in slaap valt vraag ik de chauffeur om door te rijden naar het hotel. Net als de vorige chauffeur houdt hij lang vol dat hij het hotel wel weet te vinden, maar dat valt toch tegen. Raar dat ze hier nauwelijks Google Maps gebruiken, terwijl het feilloos werkt. Na 2 keer bellen en 3 keer iemand onderweg vragen, weet hij het juiste paadje te vinden. We hobbelen nog 2 kilometer over een onverharde weg en dan bereiken we het resort. 

Het Seven Turtles Resort ligt buiten de bewoonde wereld aan het strand. Het is een mooi klein hotel met maar 10 kamers, maar wel met zwembad en restaurant. Als we de kamers hebben bekeken, gaan we eerst lunchen. Het is al kwart voor 2 als we eindelijk lunch bestellen, waar we nog een uur op moeten wachten. Helaas voor ons is er net door twee grotere groepen lunch besteld en het tempo ligt hier extreem laag. De eigenaar verontschuldigde zich, er zijn medewerkers op vakantie. Mats is redelijk overstuur maar dan eindelijk komt zijn pannenkoek. Onze clubsandwiches smaken prima, maar morgen lunchen we ergens anders. Direct na de lunch wordt mij gevraagd om het diner alvast te kiezen, zodat ze dat wel op tijd kunnen serveren. Idioot... maar ik bestel toch maar het een en ander om te voorkomen dat we ‘s avonds weer zo lang moeten wachten. Tijdens het wachten had ik al gekeken naar restaurantjes in de buurt, maar dat lijkt mij allemaal niets of is niet lopend bereikbaar. 

Met de lunch blijkt dat mijn moeder niet fit is, ze heeft last van haar buik en vertrekt naar haar kamer. Wij trekken na de lunch onze zwemkleding aan en koelen af in het zwembad. De kinderen vermaken zich ontzettend goed met z’n tweetjes en houden het heel lang uit in het water. Als we verschrompeld zijn, gaan we naar onze kamer. We kijken uit op het zwembad, de bar en het strand, vanaf een heerlijk groot balkon. Echt een mooi plekje, in alle rust, maar met alles wat je nodig hebt voor een paar dagen relaxen! Ik koos dit hotel uit omdat er een paar kilometer verderop een schildpadden programma is, je kunt hier ‘s avonds mee het strand op om schildpadden eieren te zien leggen. Wij hebben dit al twee keer mogen beleven in Costa Rica, maar mijn moeder heeft het nog nooit gezien. Doordat ze niet fit is komt het er misschien niet van, maar we zitten hier toch helemaal prima!

Het eten ‘s avonds wordt verrassend snel geserveerd. Nou ja, het komt maar 5 minuten later dan we hadden aangegeven. M’n moeder is in haar bed gebleven. De kip die ik voor haar besteld heb, valt in goede aarde bij Mats. De jongens krijgen pasta met kaas en dat smaakt ze prima. Mijn tonijnsteak is misschien wel de lekkerste die ik ooit gegeten heb! Na het eten komt de ober bij ons. Hij vertelt dat er schildpaddeneieren begraven zijn en dat er een kans is dat de baby schildpadjes vanavond uit komen. We zouden hier nog een uur voor moeten wachten. Dit is wel haalbaar met de jongens en we bestellen een beker ijs om ze nog even bezig te houden. De beker is in no time leeg en Stan en Mats willen meer. Stan gaat zelf bij de ober een nieuwe vragen, zijn verlegenheid verdwijnt als hij iets echt wil. Zijn bestelling in het Engels lukt, maar eigenlijk hoeft hij geen ijs meer. Nu hebben Christiaan en ik ook nog iets.

We maken het uur vol met een filmpje op de iPad en het zoeken van krabben op het strand. De krabbetjes zijn heel snel en rennen hun holletje in als je naar ze toe gaat, maar we zien er toch een paar lopen. Ook de straathonden zijn op krabbenjacht. Na ruim een uur gaat Christiaan met de ober kijken bij het schildpaddennest. Je ziet hier helemaal niets van, behalve dat de ober in het zand heeft aangegeven waar het is. Voor Stan en Mats wil hij wel een schildpadje helpen door wat zand weg te graven, het zou toch al uit het ei en aan het graven zijn. Pas als de ober diep aan het graven is, begrijp ik dat het schildpadje nog lang niet op het strand was, uiteindelijk blijkt het nog maar net uit het ei te zijn. De klimtocht door het zand maakt de schildpadjes normaal gesproken sterk genoeg om ook de sparteltocht naar de zee te kunnen maken. Het mini-schildpadje dat de ober tevoorschijn tovert uit het zand is helemaal nergens toe in staat. De honden die al die tijd achter ons staan vormen sowieso al een flinke barrière. Dit mini-schildpadje is niet meer te redden, de ober begraaft het met het ei dat hij ook laat zien in het nest en sluit dit weer met zand. Dat er mensen om ons heen staan die misschien wel geloven dat het schildpadje het toch gaat redden verbaast me. Stan en Mats geloven dit gelukkig wel, ik ga ze maar niet vertellen dat er voor hen een schildpadje vermoord is. Het wordt nu echt laat voor ze en zonder veel moeite krijgen we ze in bed. Gelukkig kunnen we morgen uitslapen. 

Vanmorgen werd Mats al vroeg wakker. Vanuit zijn tentje riep hij dat zijn deken kwijt was. Ook met zijn lakentje over zich heen gaat hij niet echt meer slapen. Even later roept hij weer en om even na 7 uur neem ik hem maar mee in ons grote bed. Helaas is het dan voorbij met de rust, hij wil helemaal niet meer slapen, hij wil spelen. Pfff toch jammer dat de jetlag alweer voorbij is. Stan slaapt bij mijn moeder en komt even na 8 uur onze kamer inlopen, net wakker. We kleden ons aan en gaan naar het ontbijt. M’n moeder gaat wel mee, maar honger heeft ze niet. Het gaat wel ietsje beter dan gister en na het ontbijt gaan we met z’n 5en zwemmen. Het is bewolkt en minder heet dan gister, heerlijk! Na een uur vinden we het wel weer mooi geweest en gaan we snel douchen. 

De jongens willen niet naar het strand, Mats vindt de hoge golven zelfs eng, dus besluiten we om voor de lunch naar het stadje Tangalle te gaan. Twee stranden verderop, maar via een omweg in 20 minuten te bereiken. M’n moeder blijft in het hotel en we twijfelen even of we Mats ook niet beter in het hotel kunnen laten, hij is huilerig en duidelijk moe. Maar hij wil zelf met ons mee en niet naar bed, dus stappen we met z’n vieren in een Tuktuk. Mats bij mij op schoot en hij valt al snel in slaap. We rijden eerst naar een apotheek, de jongens hebben allebei diverse plekken op hun huid met warmte uitslag of andere irritatie. Hier koopt Christiaan met Stan een zalfje voor en dan laten we ons naar een restaurant brengen. 

De Tuktuk chauffeur brengt ons naar een afgelegen restaurant aan het strand. Het ziet er niet heel bijzonder uit en er zit verder niemand. Maar ‘good food’ en het tijdstip van half 2 overtuigen ons om hier te gaan lunchen. Geen slechte keuze want de pizza’s smaken erg lekker en gaan helemaal op. Ondertussen horen we onweer, terwijl de lucht niet echt veranderd is. Nou ja, vanuit het restaurant gezien dan. Als we weer naar de Tuktuk lopen, zien we een pikzwarte lucht achter het stadje, daar regent het duidelijk al!

We willen nog wat dingen kopen en de chauffeur weet waar we moeten zijn. We rijden dwars door het stadje wat er lekker bedrijvig uitziet. Als hij stopt voor een winkel met petjes (en heeeel veel andere zooi) roept hij ‘hurry, rain will come soon!’ terwijl wij uit de Tuktuk klimmen. In sneltreinvaart kiezen we 3 petjes uit en terwijl Christiaan betaalt, loop ik de winkel alvast uit. Er staat een Tuktuk voor de winkel en ik zie pas op het laatste moment dat dit niet de onze is. Hè, maar waar is onze Tuktuk dan? Ik sta even te wachten en haal de kinderen alvast uit de winkel, maar nog geen Tuktuk te vinden. Pas als Christiaan er ook is, komt de chauffeur aangelopen. Hij is aangehouden door de politie omdat hij niet voor deze winkel stil mocht staan. Nou staan in Sri Lanka altijd overal op de meest onmogelijke plaatsen tuktuks, dus dit is een beetje vreemd. We hebben nog nauwelijks politie agenten in functie gezien in Sri Lanka en dachten dat zo ongeveer alles mocht...

De politieagent heeft een stalletje in de markt. Terwijl de chauffeur probeert zijn rijbewijs terug te krijgen, kunnen wij nog mooi een watermeloen kopen voor morgen. De chauffeur krijgt zijn rijbewijs niet terug. Hij moet eerst naar het politiebureau om 1000 roepies (5 euro) te betalen en met het betalingsbewijs krijgt hij zijn rijbewijs weer terug. Hij wil ons eerst terugbrengen naar het hotel, volgens mij omdat het noodweer eraan komt. Hij moet toch terug naar Tangalle om zijn dochter van school te halen. Voor ons prima, al snapt Stan niet dat je zonder rijbewijs nog steeds in een Tuktuk kan rijden. Als we wegrijden spettert het al en als we het stadje uitrijden barst het noodweer los. De Tuktuk kan enigszins afgesloten worden met tentzeil, maar de regen slaat evengoed naar binnen. Wij verwachten dat het bij het hotel ook wel noodweer zal zijn, maar even later rijden we over een droge weg. We nemen de regen wel mee, want als we aankomen bij het hotel barst het daar ook los. Als ik de chauffeur vraag wat dit ritje kostte, verbaas ik mij over de lage prijs. Nog geen 10 euro voor een uur rijden en uren op ons wachten. We betalen ook maar zijn boete en een beetje fooi, dit was weer een leuk middagje. Als ik bij onze kamer kom, heeft Stan het verhaal over de politie al aan oma verteld. 

We drinken weer wat op ons balkon tot het stopt met regenen. Stan en ik gaan een stukje wandelen over het strand en Mats gaat met oma nog even een tukkie doen. Nou ja, hij gaat mee naar oma’s kamer. Als Stan en ik nog geen half uur later terug zijn, komt Mats vrolijk terug. Hij heeft even met oma gekletst, nee natuurlijk niet geslapen... We doen een spelletje en dan wil Stan heel graag nog een keer zwemmen. Nu kan het nog, in de komende hotels hebben we geen zwembad. Dus vooruit, zwembroeken weer aan en gaan. We blijven erin totdat het bijna donker wordt. Dan weer even snel douchen en kleren aan voor het diner. M’n moeder gaat nu wel mee eten, nou ja ze kijkt naar het eten en neemt een wortel. De jongens eten weer lekker pasta en Christiaan spuugt nog net niet zijn ananas uit. Oeps, dat stond niet bij zijn kipgerecht op de kaart... Mijn curry met garnalen is onwijs lekker, alleen jammer dat de rijst nog bijna rauw is. Echt, die curry zou ik wel willen inpakken en meenemen voor de komende weken, heerlijk! Bij het opruimen van de tafel zeg ik tegen de ober dat de rijst niet lekker was, veel te hard. Binnen een paar minuten staat er een andere medewerker (de kok?) aan tafel om uit te leggen dat dit basmati rijst is en zo hoort. Nou uh... zo hard? Maar het is goed bedoeld en ik bedank hem voor de heerlijke curry. 


We spelen nog een spelletje na het eten en gaan dan naar de kamer. Na nog een spelletje is het voor de jongens bedtijd. Mats leest ons zijn boek voor, dit kent hij inmiddels uit zijn hoofd. Nog even tanden poetsen en wat zalf smeren en ze gaan heerlijk slapen. Wij drinken nog een kop koffie op het balkon en maken het ook niet laat. Benieuwd wat ons morgen te wachten staat, na de lunch worden we opgehaald door de eigenaar van het volgende hotel: Max Safari Villa: op naar de olifanten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten