Vandaag begon de dag gelukkig iets koeler dan gister, het was zwaar bewolkt. Dat kwam goed uit, want we wilden het mooiste plekje van Nationaal Park Sam Roi Yot bezoeken. Dit is de Nakhom Praya cave, een grot in een berg. De hoteleigenaar had ons al gewaarschuwd dat het een flinke klim is, maar het zou te doen zijn met Stan. We besloten het maar gewoon te proberen. We kregen een kaartje van het NP mee en na het ontbijt gingen we snel op pad.
De grot is alleen bereikbaar vanaf een strand. Om bij dit strand te komen moet je een half uur klimmen over een heuvel. Of je huurt een bootje vanaf een strand waar je de auto kunt parkeren. Wij besloten onze energie te sparen voor de wandeling naar de grot. Direct nadat we de auto uitstapten, stond er al een vrouwtje klaar om ons de weg te wijzen. Eerst kaartjes kopen voor de toegang van het park en dan een muntje kopen met het nummer van onze boot. De boten drijven voor het strand, dus bij de waterlijn moesten we onze schoenen uittrekken en dan naar de boot waden. Stan zat al in de draagzak, hij vond het allemaal prima. Vooral het varen vond hij leuk. Op het strandje aangekomen, moesten we eerst onze voeten weer zandvrij maken' voor de wandelschoenen weer aangingen en we ons opmaakten voor de klim naar boven. De afstand is ongeveer 430 meter en daar doe je een half uur over.
Voordat we bij de eerste trap kwamen, gingen we eerst op zoek naar wildlife. We zagen een gigantische varaan en daarna bewegende bomen. Een klein koppel lemur aapjes hield de wacht, het was goed dat we als een van de eersten aan de tocht begonnen, want de aapjes zijn erg schuw en we hebben ze daarna ook niet meer gezien. Ook Stan is door ons aangestoken want hij wees nog lang naar bewegende bomen, 'apenboom?'
Om 11 uur begonnen we aan de klim en om 11.05 keek ik al op m'n horloge, hoe lang moeten we nog? Mijn hemel, wat een klim! Het was toch weer een graad of 30 en het pad ging redelijk steil naar boven. Met m'n cameratas op m'n rug zweette ik me al helemaal lek, laat staan met Stan op m'n rug. Maar Chris liep rustig door naar boven en ik kwam er puffend achteraan. Halverwege konden we even rusten bij een uitzichtpunt, maar ik was zo kapot dat ik geen mooie foto heb gemaakt. Na een paar minuten gingen we weer door. Net op het moment dat ik aan opgeven begon te denken, werd het pad wat vlakker en dus ging ik weer door, achter m'n mannen aan... De eerste blik op de grot was de wandeling al waard. Een open ruimte met begroeiing in de berg, waar je over een nog steilere trap naar kon afdalen. Natuurlijk zijn we toen doorgelopen. In de grot was het redelijk koel, maar mijn lijf had het kookpunt bereikt.
Vanuit de eerste grot kon je doorlopen naar een tweede en derde ruimte. De tweede ruimte was vlak en groot, dus daar kon Stan uit de draagtas. Hij vond het prachtig om met de vele losse stenen te spelen en schreeuwde om zijn echo te horen. Dit gaf Chris en mij de gelegenheid om rustig de derde en mooiste grot te bekijken. Hier is jaren geleden een tempeltje gebouwd, wat de ruimte nog bijzonderder maakt. En zelfs hier, zo ver weg van de bewoonde wereld, zit een Thai met een koelbox flesjes water en koude handdoeken te verkopen. Wij hebben een paar flesjes gekocht want het water dat we meehadden was toch niet genoeg.
Na een half uurtje in de grot zijn we weer aan de afdaling begonnen. Nu vond Stan het niet zo leuk meer en wilde al snel uit de tas. We zijn dus weer gestopt bij het uitzichtpunt om wat te drinken en hem uit de tas te laten. Het laatste stukje naar beneden ging gelukkig snel en toen kon hij echt uit de tas. Bij deze ingang van het NP zijn bungalows te huur en er zijn volop toiletgebouwen en zelfs een restaurant. Hier hebben we een heerlijke Thaise kip met cashewnoten schotel gegeten en konden we een beetje bijkomen. Daarna wilde Stan wel weer in de tas en konden we op het strand ons bootje opzoeken. Wat een tocht, maar wat een voldoening ook om zo'n mooi plekje uiteindelijk zo te bereiken. Christiaan kreeg overigens onderweg al volop respect... iedereen kwam kapot boven aan, maar dan ook nog met een kind op je rug!
Terug bij de auto merkte ik dat we vergeten waren een hoes om Stans autostoeltje te doen. Het leer was kokend heet, dus daar kon hij nog niet in. We hebben de auto omgekeerd met het stoeltje uit de zon, de airco vol aangezet en zijn bij een paar toiletten in de schaduw gaan zitten. Om te voorkomen dat Stan weg zou lopen, hebben we hem een bezem gegeven en kon hij lekker gaan vegen. Tot vermaak van de Thaise vrouwen die daar rondhingen, ging hij echt met de bezem aan de slag. Toen de auto wat was afgekoeld gingen we rijden en viel hij na een paar minuten in slaap.
Met het kaartje van het NP zijn we een rondje gaan rijden. Het park ligt deels op het land en deels in zee, maar toch vind je er vissersdorpjes en heel veel garnalenkwekerijen. Bizar hoeveel ruimte daarvoor is opgeofferd. En dan rijd je langs zo'n kwekerij, staan die vrouwen daar gewoon op de weg, achter een vrachtwagen, die garnalen te pellen. Het was nog steeds ruim 30°C, dat kan toch niet gezond zijn... bij de hoofdingang van het park gingen Chris en ik omstebeurt een klein rondje lopen. Hier was het laatste restje mangrovebos tussen de garnalenkwekerijen te vinden. Terwijl de een buiten liep, zat de ander startklaar om te gaan rijden als Stan wakker zou worden. Toen Chris weer terugkwam en we van stoel wisselden, gebeurde dit toch. Maar Stan was meteen klaarwakker en ging kijken of hij nog koeien, honden en kippen kon zien. In overvloed!
We reden inmiddels het park weer uit, maar ik wist dat er nog een andere ingang was, bij een moeras. Over de Lotus swamp is een boardwalk aangelegd, een soort steiger van 600 meter. Hier gingen we op zoek naar de vogels waar dit gebied zo bekend om staat. Het was echt een prachtig stukje natuur, met een perfect begaanbaar pad, ook met de wandelwagen. Omdat het inmiddels al half 5 was, werd de temperatuur ook weer aangenaam. Het was absoluut niet druk, maar evengoed waren er niet heel veel vogels te zien. Wel een paar mooie reigers en een soort blauwe eend.
Na de mooie wandeling reden we weer naar het hotel. Hier was echter niemand te zien, het licht was zelfs al uit in het restaurant. We weten dat het laagseizoen is, maar we zijn niet eens de enige gasten. We zijn maar weer omgekeerd en hebben gegeten bij het Dolphin Bay Resort. Het eten was daar net als gister erg lekker. Nu konden we wel merken dat Stan te kort had geslapen. Hij was niet te genieten en at bijna niets. Toen wij ons bord leeghadden, zijn we dus maar snel naar ons huisje gegaan. Lekker douchen en Stan daarna naar bed! Wij zitten nu relaxed in het lege restaurant, gelukkig hebben we zelf een koelkast. Nou ja, leeg is het niet helemaal. Chris voelde net iets op zijn hoofd. Toen hij met een zaklamp op onderzoek uit ging, vond hij een grote leguaan op een van de houten balken. Eén keer raden wat die liet vallen.
Morgen gaan we weer verder reizen. We hebben hier alles gezien wat er te zien valt en het resort nodigt ook niet echt uit om langer te blijven. We gaan naar het grootste Nationale Park van Thailand, Kaeng Kraechan. Daar zullen we ongetwijfeld maar een klein stukje van zien, maar hopelijk wel een mooi stukje!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten